ECLI:NL:RBDHA:2023:10681
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 20 juli 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker, die van Marokkaanse nationaliteit is, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd op 5 juni 2023 door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als kennelijk ongegrond. Hierop heeft verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De zitting vond plaats op 17 juli 2023, waarbij verzoeker niet aanwezig was, maar de Staatssecretaris zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, mr. A.A. Wildeboer. Tijdens de zitting werd ook een andere zaak, NL23.16792, behandeld. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er op 17 juli 2023 al een uitspraak was gedaan in de andere zaak, waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig was.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, in aanwezigheid van griffier mr. N.W. Brand, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.