Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , V-nummer: [nummer] , eiser
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Internationale bescherming nog actueel?
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser, een vreemdeling van Jemenitische nationaliteit, tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn asielaanvraag. Eiser heeft op 18 mei 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, maar deze is door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 5 juni 2023 niet-ontvankelijk verklaard, met de bepaling dat hij onmiddellijk naar Roemenië moet terugkeren. De rechtbank heeft de zaak op 17 juli 2023 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde, alsook de gemachtigde van de Staatssecretaris aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de Staatssecretaris de aanvraag terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard op basis van artikel 30a van de Vreemdelingenwet, omdat eiser internationale bescherming geniet in Roemenië. De rechtbank stelt vast dat de Staatssecretaris voldoende informatie heeft verkregen uit Eurodac, waaruit blijkt dat eiser sinds 30 december 2019 internationale bescherming in Roemenië heeft. Eiser heeft niet kunnen aantonen dat deze status is verlopen of ingetrokken. De rechtbank wijst erop dat het aan eiser is om bewijs te leveren voor zijn stellingen, en dat zijn enkele vermoedens niet voldoende zijn.
Eiser heeft ook aangevoerd dat hij vreest voor zijn leven in Jemen en dat hij bang is dat hij in Roemenië op straat of in detentie terechtkomt. De rechtbank oordeelt dat de Staatssecretaris er terecht op mag vertrouwen dat Roemenië zijn verdragsverplichtingen zal nakomen. De rechtbank concludeert dat de beroepsgronden van eiser niet slagen en verklaart het beroep ongegrond, waardoor het bestreden besluit in stand blijft. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding.