ECLI:NL:RBDHA:2023:10711

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 juli 2023
Publicatiedatum
20 juli 2023
Zaaknummer
C/09/648281 / HA ZA 23-486
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Rechters
  • C.J.-A. Seinen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekvonnis in civiele procedure tussen de Staat der Nederlanden en Combonet B.V. over betaling van geldsommen

In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Den Haag op 5 juli 2023 een verstekvonnis uitgesproken in de zaak tussen de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, en Combonet B.V. De eiser, de Staat der Nederlanden, heeft op 16 mei 2023 een dagvaarding uitgebracht tegen de gedaagde, Combonet B.V., die niet is verschenen op de eerste rolzitting op 7 juni 2023. De rechtbank heeft vervolgens verstek verleend tegen de gedaagde en een datum voor vonnis bepaald.

De rechtbank heeft de vorderingen van de eiser beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet onrechtmatig of ongegrond zijn. De gedaagde is veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 223.152,54, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten van € 2.465,00. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die tot op heden zijn begroot op € 13.623,13, met een toevoeging van nakosten en extra kosten in geval van betekening.

Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de eiser het vonnis kan laten uitvoeren, ook al is er nog geen definitieve uitspraak in hoger beroep. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. C.J.-A. Seinen op 5 juli 2023.

Uitspraak

RECHTBANK Den Haag

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/648281/HA ZA 23-486
Vonnis van 5 juli 2023
in de zaak van
DE STAAT DER NEDERLANDEN(het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat) te Den Haag,
eiser,
advocaat mr. A. Gras te Groningen,
tegen
COMBONET B.V.te Moordrecht,
gedaagde,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 16 mei 2023, tegen de eerste rolzitting van 7 juni 2023, met producties 1 tot en met 9, alsmede de beslagstukken;
  • het ter rolzitting van 7 juni 2023 tegen gedaagde verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is een datum voor vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Voor de ingestelde vorderingen en de daartoe gestelde feiten verwijst de rechtbank, gelet op artikel 230 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, kortheidshalve naar de aan dit verstekvonnis gehechte en gewaarmerkte kopie van de dagvaarding.
2.2.
Het gevorderde komt de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voor. Daarom zal het gevorderde worden toegewezen, op de wijze zoals in het dictum vermeld.
2.3.
Gedaagde zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld. De proceskosten aan de zijde van eiser worden tot op heden begroot op:
- dagvaarding € 132,42
- overige explootkosten € 2.463,71
- griffierecht € 5.737,00
- salaris advocaat
€ 5.290,00(2 punten × tarief VI à € 2.645,00)
totaal € 13.623,13
2.4.
Onder de proceskosten vallen ook de nakosten, die ook worden toegewezen als deze niet afzonderlijk zijn gevorderd. De nakosten worden begroot op het bedrag genoemd in het liquidatietarief civiel (per 1 februari 2023: € 173,00 ). In geval van betekening worden een extra bedrag aan salaris (per 1 februari 2023: € 90,00) en de explootkosten van betekening toegekend.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
veroordeelt gedaagde tot betaling aan eiser van een bedrag van € 223.152,54, vermeerderd met een bedrag van € 9.461,83 aan wettelijke rente berekend tot 28 april 2023, alsmede te vermeerderen met de wettelijke rente - met inachtneming van het bepaalde in artikel 6:119 lid 2 Burgerlijk Wetboek - over het bedrag van € 223.152,54 te rekenen vanaf 28 april 2023 tot aan de dag van volledige betaling;
3.2.
veroordeelt gedaagde tot betaling aan eiser van een bedrag van € 2.465,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
3.3.
veroordeelt gedaagde in de proceskosten, aan de zijde van eiser tot op heden begroot op € 13.623,13, en op € 173,00 aan nog te maken nakosten, te vermeerderen met € 90,00 in geval van betekening;
3.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.J-A. Seinen en in het openbaar uitgesproken op 5 juli 2023.
Type: 309/3053