ECLI:NL:RBDHA:2023:10743
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Terugkeerbesluit en inreisverbod voor vreemdeling zonder rechtmatig verblijf
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 juli 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een eiseres en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiseres, van Albanese nationaliteit, had beroep ingesteld tegen een terugkeerbesluit en een inreisverbod dat op 15 december 2021 door de staatssecretaris was uitgevaardigd. De rechtbank heeft de zaak zonder zitting behandeld op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank overweegt dat de staatssecretaris terecht heeft vastgesteld dat de eiseres niet rechtmatig in Nederland verblijft. De eiseres had aangevoerd dat zij niet was gewezen op de mogelijkheid om een asielaanvraag in te dienen en dat het besluit in strijd met het Unierecht was genomen. De rechtbank oordeelt echter dat uit het gehoor niet blijkt dat de eiseres de intentie had om asiel aan te vragen in Nederland, aangezien zij verklaarde dat zij in Engeland en Frankrijk asiel wilde aanvragen.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht een terugkeerbesluit heeft uitgevaardigd, omdat de eiseres geen rechtmatig verblijf heeft en er een risico bestaat dat zij zich aan het toezicht zal onttrekken. De beroepsgrond van de eiseres dat het besluit in strijd is met het Unierecht is niet onderbouwd. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en oordeelt dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.