Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 juli 2023 uitspraak gedaan in een vervolgberoep van een Afghaanse eiser tegen de maatregel van bewaring die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was opgelegd. De eiser had op 2 mei 2023 een maatregel van bewaring opgelegd gekregen op basis van artikel 59a, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft tegen het voortduren van deze maatregel beroep ingesteld en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting niet nodig was en heeft het onderzoek op 12 juli 2023 gesloten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser op 28 juni 2023 een asielaanvraag heeft ingediend, maar dat de Dublinverordening van toepassing is. Dit betekent dat de maatregel van bewaring rechtmatig voortduurt, omdat er een fictief claimakkoord met Kroatië bestaat. Eiser heeft aangevoerd dat de maatregel onrechtmatig is, omdat hij rechtmatig verblijf zou hebben door zijn asielaanvraag, en dat er een lichter middel toegepast had moeten worden vanwege zijn medische en psychische klachten. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er geen onderbouwing is voor de gewijzigde medische omstandigheden en dat het enkel indienen van een asielaanvraag niet leidt tot het opleggen van een lichter middel.
Daarnaast heeft de rechtbank overwogen dat het detentiecentrum in Rotterdam als een speciale inrichting voor bewaring kan worden aangemerkt. Eiser heeft geen steekhoudende argumenten aangedragen om de plaats of wijze van tenuitvoerlegging van de maatregel te veranderen. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.