ECLI:NL:RBDHA:2023:11150

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 juli 2023
Publicatiedatum
27 juli 2023
Zaaknummer
NL23.19931
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening asielaanvraag en schorsing van het bestreden besluit

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 27 juli 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. A.K.E. van den Heuvel, had beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk was verklaard. Verzoeker verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, omdat hij in vreemdelingenbewaring zat en niet wilde worden uitgezet voordat er op zijn beroep was beslist.

Tijdens de zitting op 27 juli 2023 was de Staatssecretaris niet aanwezig, maar er was telefonisch contact geweest over een verzoek om aanhouding van de behandeling van het beroep. De gemachtigde van verzoeker gaf aan geen bezwaar te hebben tegen aanhouding, mits het verzoek om voorlopige voorziening werd toegewezen. De voorzieningenrechter oordeelde dat verzoeker er belang bij had om de uitkomst van zijn beroep in Nederland af te wachten en dat het bestreden besluit geen schorsende werking had. Daarom werd het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen, werd het bestreden besluit geschorst en werd bepaald dat verzoeker niet mocht worden uitgezet totdat er op het beroep was beslist.

Daarnaast werd de Staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van verzoeker, die op € 1.674,- werden vastgesteld. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.19931

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker,

V-nummer: [nummer] ,
(gemachtigde: mr. A.K.E. van den Heuvel),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 4 juli 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure niet-ontvankelijk verklaard.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 27 juli 2023 op zitting behandeld. Verzoeker heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De staatssecretaris is niet verschenen.

Overwegingen

1. Namens de staatssecretaris is er niemand verschenen ter zitting op 27 juli 2023.
Er is naar aanleiding hiervan telefonisch contact geweest met de staatssecretaris. Hierbij is telefonisch een verzoek om aanhouding gedaan ten aanzien van het ingestelde beroep (zaaknummer NL23.19930). De gemachtigde van verzoeker heeft zich ter zitting in reactie daarop op het standpunt gesteld dat hij zich niet verzet tegen aanhouding van de behandeling van het beroep, mits het verzoek om voorlopige voorziening wordt toegewezen. Daarbij heeft de gemachtigde erop gewezen dat verzoeker thans in vreemdelingenbewaring zit.
2. De rechtbank heeft in voorgaande gang van zaken reden gezien om het verzoek van de staatssecretaris om uitstel van de behandeling toe te wijzen. In het bestreden besluit is bepaald dat het indienen van het verzoek om voorlopige voorziening in het geval van verzoeker geen schorsende werking heeft. Verzoeker mag de behandeling van de voorlopige voorziening niet in Nederland afwachten. Gelet hierop en het uitstel van de behandeling van de beroepszaak van verzoeker ziet de voorzieningenrechter aanleiding om het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening toe te wijzen. Verzoeker heeft er belang bij om de uitkomst van het beroep in Nederland te kunnen afwachten. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening toe, schorst het bestreden besluit en bepaalt dat verzoeker niet mag worden uitgezet totdat op het beroep tegen het bestreden besluit is beslist.
3. De voorzieningenrechter veroordeelt de staatssecretaris in de door verzoeker gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.674,- (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 837,- en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- treft de voorlopige voorziening dat het bestreden besluit wordt geschorst en dat verzoeker niet mag worden uitgezet totdat is beslist op het beroep;
- veroordeelt de staatssecretaris in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 1.674,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A. Nieuwenhuis, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.R.E.J. Jansen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.