ECLI:NL:RBDHA:2023:11167

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 juli 2023
Publicatiedatum
27 juli 2023
Zaaknummer
C/09/649527 / JE RK 23-1280
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp aan een minderjarige met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

Op 13 juli 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in de zaak van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige], die op 26 juni 2023 een verzoek tot machtiging gesloten jeugdhulp heeft ingediend. De gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming West Haaglanden, heeft het verzoek gewijzigd naar een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van zes maanden. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij de minderjarige en haar advocaat aanwezig waren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het gezag van de ouders van [minderjarige] op 11 juli 2022 is beëindigd en dat de gecertificeerde instelling belast is met de voogdij.

De kinderrechter heeft overwogen dat er ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling van [minderjarige], die verblijft in een logeerhuis en niet gemotiveerd is om naar school te gaan. Er zijn zorgen over haar gedrag, drugsgebruik en het ontbreken van een hulpverleningsplan. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp noodzakelijk is om de ontwikkeling van [minderjarige] te waarborgen en om te voorkomen dat zij zich aan de jeugdhulp onttrekt. De kinderrechter heeft de voorwaarden voor de machtiging vastgesteld en benadrukt dat een nieuwe zitting vereist is indien de gecertificeerde instelling de voorwaardelijke machtiging wil omzetten in een gesloten machtiging uithuisplaatsing.

De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak. De kinderrechter heeft de beschikking vastgesteld op 27 juli 2023.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaaksgegevens: C/09/649527 / JE RK 23-1280
Datum uitspraak: 13 juli 2023

Beschikking van de kinderrechter

Voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak naar aanleiding van het op 26 juni 2023 ingekomen verzoekschrift van:

Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden,

hierna te noemen: de gecertificeerde instelling,
betreffende:
-
[naam01], geboren op [naam01] te [geboorteplaats01] , [geboorteland01] ,
hierna te noemen: [minderjarige] ,
advocaat: mr. W.G. Nieman, gevestigd te [vestigingsplaats01] ,

Het procesverloop

De kinderrechter heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
  • het verzoekschrift met bijlagen van 26 juni 2023;
  • de instemmingsverklaring van 30 juni 2023 van een gedragswetenschapper als bedoeld in artikel 6.1.4, vierde lid, van de Jeugdwet, die de jeugdige met het oog daarop kort tevoren heeft onderzocht.
Op 13 juli 2023 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld. Daarbij zijn verschenen:
  • [minderjarige] , bijgestaan door haar advocaat;
  • [naam02] , de moeder van [minderjarige] ;
  • [naam03] , coach van Jeugdformaat;
  • [naam04] , namens de gecertificeerde instelling.
Voorafgaand aan de zitting is [minderjarige] , in het bijzijn van haar advocaat, ook in raadkamer gehoord. Daarbij heeft [minderjarige] de kinderrechter een brief overhandigd waarop zij haar plannen voor de nabije toekomst heeft genoteerd.

Feiten

  • Bij beschikking d.d. 11 juli 2022 is het gezag van de ouders van [minderjarige] , [naam05] en [naam02] , beëindigd en is de gecertificeerde instelling belast met de voogdij over [minderjarige] .
  • [minderjarige] verblijft feitelijk in een logeerhuis van Jeugdformaat in [vestigingsplaats] .
De kinderrechter in deze rechtbank heeft de Raad voor Rechtsbijstand gelast een advocaat aan [minderjarige] toe te voegen.

Het verzoek

De gecertificeerde instelling heeft op 26 juni 2023 verzocht een machtiging gesloten jeugdhulp te verlenen voor de duur van zes maanden. Ter zitting heeft de gecertificeerde instelling dit verzoek gewijzigd, in die zin dat thans wordt verzocht een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp te verlenen voor de duur van zes maanden. Omdat het verzoek ter zitting is gewijzigd heeft de gecertificeerde instelling geen hulpverleningsplan overgelegd.
De gecertificeerde instelling heeft het verzoek als volgt gemotiveerd. De afgelopen periode zijn de zorgen over de ontwikkeling van [minderjarige] verder toegenomen. [minderjarige] verblijft bij een logeerhuis van Jeugdformaat en glijdt reeds geruime tijd af. Zij is niet te motiveren om naar school te gaan, heeft geen dagbesteding en weigert om zich hierbij te laten helpen. Daarnaast zijn er zorgen over haar gedrag bij het logeerhuis. Ook zijn er zorgen over het drugsgebruik van [minderjarige] en lukt het niet om behandeling op te starten gericht op traumaverwerking en emotieregulatie. [minderjarige] komt haar beloftes regelmatig niet na. Een gesloten machtiging is noodzakelijk zodat als [minderjarige] zich niet aan de voorwaarden houdt, zij alsnog in een gesloten accommodatie kan worden geplaatst. Verder is geen zicht op [minderjarige] als zij bij de moeder verblijft. Door middel van een huisbezoek aan de moeder moet worden vastgesteld of [minderjarige] daar veilig is.

Het standpunt van de belanghebbende

Door en namens [minderjarige] is ter zitting ingestemd met het verzoek van de gecertificeerde instelling tot het verlenen van een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp, mits een nieuwe zitting wordt gepland alvorens de gecertificeerde instelling kan overgaan tot verzilvering van de voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp. [minderjarige] heeft een stok achter de deur nodig in de vorm van een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp. Zij is bereid zich aan de door de gecertificeerde instelling en de kinderrechter gestelde voorwaarden te houden. [minderjarige] is gemotiveerd om haar leven te verbeteren, omdat zij koste wat kost wil voorkomen dat zij in een gesloten setting belandt. Zij heeft ter zitting aangegeven dat zij alles wil doen wat in haar vermogen ligt – ook waar zij dat eerder naliet – om haar leven te beteren.

Beoordeling

De kinderrechter overweegt dat uit de stukken en het verhandelde ter zitting blijkt dat de voogdij over [minderjarige] berust bij de gecertificeerde instelling. Nu derhalve sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 6.1.2, derde lid, onder b, van de Jeugdwet, is een ondertoezichtstelling van [minderjarige] niet vereist.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.4, eerste lid, Jeugdwet kan een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken en kan de ernstige belemmering in de ontwikkeling naar volwassenheid alleen buiten de accommodatie worden afgewend door het stellen en naleven van voorwaarden.
Daartoe wordt als volgt overwogen. Er is sprake van een langdurig patroon waarin [minderjarige] zich niet openstelt voor hulpverlening en haar eigen gang gaat. Daarbij is er sprake van langdurig schoolverzuim en middelengebruik. Er is op dit moment sprake van een ernstige stagnatie in haar cognitieve, emotionele en sociale ontwikkeling en dit dient doorbroken te worden. Anders dan de gedragswetenschapper in de instemmingsverklaring heeft overwogen is de kinderrechter van oordeel dat een machtiging gesloten jeugdhulp hiervoor op dit moment niet passend is. [minderjarige] heeft, zowel tijdens het gesprek met de gedragswetenschapper als tijdens de zitting, laten weten dat zij van plan is om haar leven te willen beteren. In plaats van een machtiging gesloten jeugdhulp acht de kinderrechter een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp op zijn plaats.
De kinderrechter stelt vast dat, behoudens een hulpverleningsplan als bedoeld in artikel 6.1.4. van de Jeugdwet, voldaan is aan alle wettelijke eisen die gelden voor het verlenen van een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp. Hoewel artikel 6.1.4., vijfde lid, van de Jeugdwet, bepaalt dat de kinderrechter een voorwaardelijke machtiging slechts verleent indien een hulpverleningsplan is overgelegd, staat naar het oordeel van de kinderrechter het ontbreken van dit plan in het onderhavige geval niet aan verlening van de verzochte machtiging in de weg. De kinderrechter acht het in het belang van [minderjarige] om praktisch met deze kwestie om te gaan. Tijdens de mondelinge behandeling zijn de voorwaarden met [minderjarige] besproken. De kinderrechter stelt vast dat [minderjarige] zich bereid heeft verklaard de ter zitting gestelde voorwaarden na te leven. Zij begrijpt bovendien wat er gebeurt als zij de voorwaarden niet naleeft. Wel acht de kinderrechter het in het belang van [minderjarige] dat voormeld hulpverleningsplan wel wordt opgesteld en met haar wordt besproken door de gecertificeerde instelling. Op deze wijze weet [minderjarige] precies aan welke voorwaarden zij zich moet houden in het kader van de voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp. Daarnaast wordt de gecertificeerde instelling verzocht om het hulpverleningsplan onder vermelding van het zaaknummer naar de rechtbank en de advocaat van [minderjarige] te sturen.
Tot slot overweegt de kinderrechter nog het volgende. De advocaat van [minderjarige] heeft aangevoerd dat indien de gecertificeerde instelling voornemens is de voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp te verzilveren eerst een zitting hierover moet plaatsvinden. De kinderrechter is het eens met de advocaat en neemt daarom expliciet op dat, indien de gecertificeerde instelling de voorwaardelijke machtiging wil omzetten in een gesloten machtiging uithuisplaatsing, hiervoor een nieuwe zitting noodzakelijk is. Dit heeft ook te maken met het feit dat [minderjarige] ten overstaan van de kinderrechter duidelijke beloftes heeft gedaan over het naleven van de voorwaarden, als gevolg waarvan [minderjarige] de kans heeft gekregen een gesloten plaatsing te voorkomen. De kinderrechter rekent erop dat het [minderjarige] zal lukken haar beloftes na te komen. De omstandigheid dat een zitting zal plaatsvinden wanneer zij de voorwaarden niet naleeft, zal voor [minderjarige] het effect hebben van een extra stok achter de deur om het zo ver niet te laten komen.
Gelet op het voorgaande zal de kinderrechter de voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp verlenen voor de periode van zes maanden, te weten tot 13 januari 2024.

Beslissing

De kinderrechter:
verleent een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 13 juli 2023 tot uiterlijk 13 januari 2024, en stelt als voorwaarden:
  • [minderjarige] zal zich onthouden van het gebruik van alcohol en drugs;
  • [minderjarige] zal zich inschrijven voor een opleiding en hieraan beginnen;
  • [minderjarige] zal zich inzetten voor het vinden van passende dagbesteding, zoals werk;
  • [minderjarige] zal worden aangemeld voor een behandeling en zal deze behandeling ook daadwerkelijk volgen;
  • [minderjarige] zal zich houden aan de groepsregels van Jeugdformaat;
bepaalt dat indien de gecertificeerde instelling de voorwaardelijke machtiging wil omzetten in een gesloten machtiging uithuisplaatsing een nieuwe zitting vereist is.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 13 juli 2023 door mr. S.J. Huizenga, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. E.P.M. van der Hoorn als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 27 juli 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld
- door de verzoeker en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van
het gerechtshof Den Haag.