ECLI:NL:RBDHA:2023:11242
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met betrekking tot uitstel van vertrek om medische redenen
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 21 juli 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekster, die in bezwaar is tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, heeft verzocht om een voorlopige voorziening hangende het bezwaar. Het besluit waartegen bezwaar is gemaakt, dateert van 9 mei 2022 en betreft de afwijzing van verzoekster's aanvraag voor uitstel van vertrek om medische redenen. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoekster een beroep heeft gedaan op betalingsonmacht met betrekking tot het griffierecht en heeft haar vrijgesteld van deze verplichting. Tevens heeft verweerder, de staatssecretaris, in een brief van 21 juli 2023 aangegeven zich niet te verzetten tegen de toewijzing van de voorlopige voorziening, die inhoudt dat verzoekster niet mag worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het bezwaarschrift.
De voorzieningenrechter heeft vervolgens de voorlopige voorziening getroffen dat verzoekster niet mag worden uitgezet en dat de geboden voorzieningen moeten worden gecontinueerd totdat op het bezwaar is beslist. Daarnaast is verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan verzoekster, die zijn vastgesteld op € 837, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.