In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 27 juli 2023, wordt het beroep van eiser tegen het bestreden besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beoordeeld. Eiser, vertegenwoordigd door mr. M. Luijendijk, heeft beroep aangetekend tegen een terugkeerbesluit en een inreisverbod, alsook tegen de maatregel van bewaring die hem is opgelegd. De rechtbank behandelt de beroepen in het kader van de Vreemdelingenwet 2000, waarbij eiser stelt dat hem een termijn van 28 dagen voor vertrek had moeten worden gegeven en dat hij terug wil keren naar Albanië. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris rechtmatig heeft gehandeld door de maatregel van bewaring en het inreisverbod op te leggen, gezien het risico op onttrekking aan het toezicht. Eiser heeft in het verleden al meerdere keren een terugkeerbesluit ontvangen en is met een valse Schengen-inreisstempel de EU binnengekomen, wat de beslissing van de staatssecretaris ondersteunt. De rechtbank wijst ook het verzoek om schadevergoeding af, omdat er geen aanleiding is voor proceskostenveroordeling. De beroepen worden ongegrond verklaard, en de rechtbank bevestigt dat het inreisverbod, het terugkeerbesluit en de maatregel van bewaring in stand blijven.