ECLI:NL:RBDHA:2023:11411
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met betrekking tot uitstel van vertrek op medische gronden
Op 1 augustus 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een Nigeriaanse verzoeker die een voorlopige voorziening heeft aangevraagd tegen de afwijzing van zijn aanvraag om uitstel van vertrek op medische gronden. De verzoeker had op 29 december 2020 een aanvraag ingediend, die door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 20 mei 2021 was afgewezen. Na het indienen van bezwaar, bleef de afwijzing in het bestreden besluit van 17 maart 2023 gehandhaafd. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld, wat leidde tot de huidige procedure.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening toegewezen, omdat het beroep van de verzoeker gegrond is verklaard en het bestreden besluit is vernietigd. De rechter heeft bepaald dat de verzoeker tot vier weken na de beslissing op bezwaar niet uit Nederland mag worden verwijderd. Daarnaast is de Staatssecretaris veroordeeld tot betaling van € 837,00 aan proceskosten aan de verzoeker, aangezien de gemachtigde van de verzoeker een verzoekschrift heeft ingediend. De uitspraak is gedaan door mr. A. Nieuwenhuis, in aanwezigheid van mr. M. Lok als griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak.