ECLI:NL:RBDHA:2023:11491

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 augustus 2023
Publicatiedatum
2 augustus 2023
Zaaknummer
NL23.19524
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag op basis van ongeloofwaardig asielrelaas met elementen van zwarte magie

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser, een Gambiaanse nationaliteit, tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser had op 6 mei 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke op 28 juni 2023 als kennelijk ongegrond werd afgewezen. De rechtbank heeft de zaak op 26 juli 2023 behandeld, waarbij zowel eiser als zijn gemachtigde, alsook de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren.

De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de aanvraag terecht als kennelijk ongegrond heeft afgewezen. Eiser heeft zijn asielaanvraag onderbouwd met claims over zwarte magie en voodoo, waarbij hij stelt dat zijn stiefmoeder betrokken was bij deze praktijken. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris terecht twijfels heeft geuit over de geloofwaardigheid van deze claims, vooral gezien de inconsistenties in de verklaringen van eiser over de tijdlijn van zijn problemen en de redenen voor zijn vertrek uit Gambia.

De rechtbank wijst erop dat eiser niet overtuigend heeft aangetoond dat hij daadwerkelijk gevaar liep door de vermeende zwarte magie. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris niet onterecht heeft gesteld dat eiser zijn verklaringen heeft gebaseerd op vermoedens van anderen en dat hij onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar zijn situatie. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en wijst de verzoeken om proceskostenvergoeding af.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.19524

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], V-nummer: [nummer], eiser

(gemachtigde: mr. B. de Haan),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

(gemachtigde: mr. A.J. Alberda).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. Eiser stelt van Gambiaanse nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [geboortedatum]. Hij heeft op 6 mei 2022 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De staatssecretaris heeft met het bestreden besluit van 28 juni 2023 deze aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep op 26 juli 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van de staatssecretaris.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt de vraag of de staatssecretaris de aanvraag terecht als kennelijk ongegrond heeft afgewezen. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiser.
3. De rechtbank is van oordeel dat de staatssecretaris de aanvraag terecht als kennelijk ongegrond heeft afgewezen. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
4. Eiser heeft aan zijn asielaanvraag ten grondslag gelegd dat de Marabu heeft aangegeven dat er een vrouw in huis zwarte magie heeft gebruikt/begraven. Eiser vermoedt dat dit zijn stiefmoeder is, omdat zijn moeder en stiefmoeder de enige vrouwen in huis waren. De moeder van eiser heeft gezegd dat zij dit niet heeft gedaan. Vervolgens is de stiefmoeder overleden. Eiser denkt dat zijn stiefmoeder verkeerde rituelen heeft verricht ten aanzien van haar zwarte magie waaraan zij is overleden. Vervolgens zijn de vader en moeder van eiser overleden vanwege de zwarte magie in respectievelijk 2002 en 2008. Eiser is in 2016 vertrokken omdat hij ziek werd en geen werk kon krijgen. Eiser gaat ervan uit dat dit komt door de zwarte magie van zijn stiefmoeder.
5.1
Het asielrelaas van eiser bevat volgens de staatssecretaris de volgende relevante elementen: 1) Identiteit, nationaliteit en herkomst en 2) Problemen voortvloeiend uit zwarte magie. De staatssecretaris heeft aangegeven dat het eerste element geloofwaardig is, het tweede niet.
5.2
Met betrekking tot het tweede element heeft de staatssecretaris in het voornemen, dat deel uitmaakt van het bestreden besluit, overwogen dat eiser heeft verklaard dat de directe aanleiding voor zijn vertrek is dat er mensen om hem heen zijn overleden. Zo is de stiefmoeder in 2001 overleden, de vader in 2002 en de moeder in 2008. Eiser is, ondanks dat hij heeft verklaard dat hij lichamelijke problemen had als gevolg van de voodoo sinds 2010/2011, pas in 2016 vertrokken. Volgens de staatssecretaris valt niet in te zien dat eiser zo lang heeft gewacht om te vluchten. Dat is ongerijmd.
Verder heeft eiser wisselend verklaard over wanneer zijn problemen zijn begonnen. Eerst heeft eiser verklaard dat hij geen problemen heeft ondervonden vanaf 2002 tot 2016 en vervolgens heeft eiser verklaard dat hij vanaf 2009/2010/2011 ziek is geworden, dat niets lukte in die periode en dat hij geen werk kon vinden. Eiser heeft echter ook verklaard dat hij in de periode dat hij ziek was wel heeft gewerkt en naar school is geweest.
De staatssecretaris heeft verder overwogen dat eiser heeft verklaard dat de Shalatan heeft gezegd dat er iets is ingegraven het huis van eiser, maar hij niet weet wat. Later heeft eiser verklaard dat zijn stiefmoeder iets uit de koran op papier heeft geschreven, dat zij daarmee naar de Marabu is gegaan, die dat heeft bewerkt en dat zijn stiefmoeder dat vervolgens heeft verstopt. Dit zijn volgens de staatssecretaris wisselende verklaringen.
Ook heeft de staatssecretaris zich gemotiveerd op het standpunt gesteld dat eiser wisselend heeft verklaard over wanneer de Marabu weer is langsgekomen.
Over zijn gezondheid heeft eiser volgens de staatssecretaris ook wisselend verklaard. Zo heeft eiser eerst verklaard dat er naar zijn longen is gekeken omdat hij problemen heeft met ademen om vervolgens te verklaren dat het sinds hij in Europa is goed met hem gaat. Dit rijmt niet met de eerdere verklaring dat hij sinds Gambia niet meer ziek is.
Ten slotte heeft de staatssecretaris eiser tegengeworpen dat hij zijn verklaringen heeft gebaseerd op verklaringen en vermoedens van anderen.
5.3
In het bestreden besluit gaat de staatssecretaris in op dat wat eiser in de zienswijze naar voren heeft gebracht. De staatssecretaris concludeert dat de asielaanvraag kennelijk ongegrond is.
6.1
Eiser voert in de gronden van beroep van 13 juli 2023 eerst aan dat de staatssecretaris zich bedient van een onbegrijpelijke zin, namelijk: “Als er tegen u vreest dat u dat zou kunnen komen te overlijden (…)”. Eiser kan hier geen chocola van maken. Er is sprake van een motiveringsgebrek en het besluit is in strijd met zorgvuldigheidsbeginsel.
6.2
Deze beroepsgrond slaagt niet. Daartoe overweegt de rechtbank dat de door eiser genoemde zin moet worden gelezen in de context van de alinea waar de zin in staat, namelijk de tegenwerping dat eiser acht jaar heeft gewacht voordat hij uit zijn land van herkomst is gevlucht. Met de staatssecretaris is de rechtbank van oordeel dat eiser met de door hem in de zienswijze gegeven verklaring dat hij niet weg wilde uit Gambia en zijn oma hem uiteindelijk aanraadde om te vertrekken, niet nader heeft geconcretiseerd dan wel onderbouwd waarom hij zich veilig genoeg voelde om nog acht jaar in Gambia te blijven.
7.1
Eiser voert verder aan dat hij weliswaar niet is overleden, maar dat houdt niet in dat hij in het geheel geen problemen heeft gehad met zijn gezondheid, op school en het vinden van werk. Ten aanzien van de door de staatssecretaris genoemde wisselende verklaringen over het werk heeft eiser aangevoerd dat hij heeft benadrukt dat hij geen werk kon vinden dat hem paste. Verder voert eiser aan dat hij helder is geweest over de Marabu. Eiser meent verder dat hij niet tegenstrijdig heeft verklaard over zijn gezondheid. Hij wijst op het TBC onderzoek in Nederland.
7.2
Ook dit betoog treft geen doel. Daartoe overweegt de rechtbank dat de staatssecretaris zich in het voornemen niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat eiser wisselend heeft verklaard over wanneer zijn problemen zijn begonnen. De stelling van eiser dat hij met zijn eerste verklaring dat hij geen problemen heeft ondervonden heeft bedoeld te verklaren dat hij niet is overleden maar wel problemen had, maakt het oordeel van de rechtbank niet anders. Met de staatssecretaris is de rechtbank van oordeel dat als dit is wat eiser bedoelde, hij dit zowel in het gehoor als in de correcties en aanvullingen duidelijk heeft kunnen maken. Dat heeft hij niet gedaan.
7.3
Het betoog ten aanzien van het werk treft ook geen doel, omdat eiser niet heeft onderbouwd waar hij heeft benadrukt dat hij geen werk kon vinden dat hem paste. De enkele stelling van eiser dat hij helder is geweest over de Marabu maakt naar het oordeel van de rechtbank niet dat de staatssecretaris zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat eiser wisselend heeft verklaard over wanneer de Marabu weer is langsgekomen.
7.4
De verwijzing naar het TBC onderzoek treft ook geen doel, omdat dit niet rijmt met de verklaring van eiser dat er naar zijn longen is gekeken omdat hij problemen heeft.
8.1
Ten aanzien van de tegenwerping dat hij zijn verklaringen heeft gebaseerd op verklaringen en vermoedens van anderen heeft eiser aangevoerd dat de staatssecretaris zijn stelling dat eiser zelf meer onderzoek had moeten doen niet heeft onderbouwd, terwijl het volstrekt begrijpelijk is dat eiser zich heeft gebaseerd en baseert op een logische bron die bij de beide stergevallen (van de stiefmoeder en de vader van eiser) min of meer aanwezig is geweest namelijk de moeder van eiser.
8.2
Ook dit betoog treft geen doel. Daartoe overweegt de rechtbank dat de staatssecretaris zich in het besluit niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat van iemand die vlucht van Gambia naar Nederland en bescherming zoekt voor de gestelde problemen, mag worden aangenomen dat hij degelijk onderzoek heeft gedaan naar de toedracht en een mogelijke oplossing voor deze problemen. Eiser heeft dit niet gedaan. Eiser stelt dat hij van zijn moeder heeft gehoord dat zijn stiefmoeder is overleden door voodoo en dat hij hierdoor gelooft dat de problemen zijn ontstaan door voodoo. Dat, zoals eiser stelt, er naast zijn moeder geen andere bron van informatie was en hij geen nader onderzoek kon doen heeft hij niet onderbouwd en vormt geen grond voor een ander oordeel.
8.3
De door eiser in de aanvullende gronden van beroep van 25 juli 2023 overgelegde informatie ter onderbouwing van zijn standpunt dat er in Afrika sprake is van een veelheid aan bijgeloven (voodoo, zwarte magie), maakt het oordeel van de rechtbank niet anders. Daartoe overweegt de rechtbank dat uit die informatie enkel volgt dat het geloof in voodoo en zwarte magie voorkomt, maar die informatie biedt de rechtbank geen aanknopingspunt voor het oordeel dat verweerder eiser ten onrechte heeft tegengeworpen dat eiser zijn verklaringen enkel heeft gebaseerd op verklaringen en vermoedens van anderen.
9. Het beroep is ongegrond. De staatssecretaris heeft de aanvraag terecht afgewezen als kennelijk ongegrond. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.W.C.M. van Emmerik, rechter, in aanwezigheid van mr. M.A. Buikema, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen vier weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.