Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
3a. Nederland niet op de voorgeschreven wijze is binnengekomen, dan wel een poging daartoe heeft gedaan;
3b. zich in strijd met de Vreemdelingenwetgeving gedurende enige tijd aan het toezicht op vreemdelingen heeft onttrokken;
3d. niet dan wel niet voldoende meewerkt aan het vaststellen van zijn identiteit en nationaliteit;
3i. te kennen heeft gegeven dat hij geen gevolg zal geven aan zijn verplichting tot terugkeer;
4c. geen vaste woon- of verblijfplaats heeft;
4d. niet beschikt over voldoende middelen van bestaan.
De rechtbank volgt eiser hierin niet. Verweerder heeft op 20 juni 2023 een lp [4] aangevraagd en heeft op 5 en 12 juli 2023 aandacht voor deze zaak gevraagd bij de Marokkaanse autoriteiten. Het voorgaande leidt tot het oordeel dat verweerder voldoende voortvarend te werk gaat.
Beslissing
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.