ECLI:NL:RBDHA:2023:11788
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoeken om voorlopige voorzieningen in asielzaken van Syrische echtgenoten
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 18 juli 2023 uitspraak gedaan in de zaken NL23.15799 en NL23.15801, waarin verzoekers, een Syrisch echtpaar, een voorlopige voorziening vroegen na de afwijzing van hun asielaanvraag door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De Staatssecretaris had op 30 mei 2023 de aanvragen niet-ontvankelijk verklaard, omdat verzoekers in Italië internationale bescherming genieten. Tijdens de zitting op 11 juli 2023 zijn verzoekers verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde, en is er een tolk aanwezig geweest. De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om voorlopige voorzieningen behandeld, maar heeft deze afgewezen, omdat er inmiddels uitspraak was gedaan in de aan de verzoeken gerelateerde zaken NL23.15798 en NL23.15800. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling en dat de verzoeken om voorlopige voorzieningen niet meer nodig waren. De uitspraak is openbaar gemaakt op 18 juli 2023 en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.