ECLI:NL:RBDHA:2023:11802
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing visum kort verblijf voor Syrische nationaliteit met onvoldoende sociale en economische binding
Op 10 mei 2023 heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, uitspraak gedaan in de zaak van twee Syrische eisers die een aanvraag voor een visum kort verblijf hadden ingediend met als doel familiebezoek. De eisers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. L.K. Matpanözer, waren niet verschenen op de zitting. De minister van Buitenlandse Zaken, vertegenwoordigd door mr. K. Jansen, had de aanvraag afgewezen op basis van onvoldoende sociale en economische binding met Syrië en het risico van vestigingsgevaar. De rechtbank heeft het beroep van de eisers gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd. De rechtbank oordeelde dat de verweerder de eisers had moeten horen om hen de kans te geven aan te tonen dat zij wel tijdig zouden terugkeren naar Syrië. De rechtbank heeft verweerder opgedragen binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de uitspraak. Tevens is verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van de eisers. De rechtbank benadrukte dat de werkwijze van de verweerder onjuist was, omdat deze enkel had gekeken naar de ingevulde vragenlijst zonder de eisers nader te bevragen over hun situatie. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen hoger beroep open.