ECLI:NL:RBDHA:2023:11819
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.W.C.M. van Emmerik
- P.C.J. Lindeijer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak
Op 8 augustus 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De verzoeker, geboren op een onbekende datum en van Marokkaanse nationaliteit, had op 9 maart 2023 beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Dit beroep was geregistreerd onder zaaknummer NL23.7192. Gelijktijdig met het beroepschrift had de verzoeker de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, zodat uitzetting achterwege zou blijven totdat er een beslissing op het beroep zou zijn genomen.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, op basis van artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), een voorlopige voorziening kan worden getroffen indien er onverwijlde spoed vereist is, gelet op de betrokken belangen. Echter, aangezien het beroep met zaaknummer NL23.7192 op dezelfde dag ongegrond is verklaard, was er geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.
De uitspraak is gedaan door mr. A.W.C.M. van Emmerik, in aanwezigheid van griffier mr. P.C.J. Lindeijer. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.