ECLI:NL:RBDHA:2023:11843
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Dublin-regelgeving
In de zaak tussen de verzoeker, een Oekraïense nationaliteit met een V-nummer, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 9 augustus 2023 uitspraak gedaan. De verzoeker had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de Staatssecretaris op 8 juni 2023 niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat Polen verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag van de verzoeker.
Tegen dit besluit heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 17 juli 2023, waarbij de verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk aanwezig was. De Staatssecretaris werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting is het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld, samen met een andere zaak (NL23.17006).
De voorzieningenrechter heeft op 9 augustus 2023 uitspraak gedaan en geconcludeerd dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is, aangezien er al een uitspraak is gedaan in de andere zaak. Het verzoek om een voorlopige voorziening is afgewezen en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.Y.B. Jansen, in aanwezigheid van griffier Z.P. de Wilde, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.