ECLI:NL:RBDHA:2023:11870
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening omgevingsvergunning voor uitweg en laad- en losplaats
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 19 april 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot een omgevingsvergunning. De vergunning was verleend door het college van burgemeester en wethouders van Noordwijk voor de realisatie van een uitweg en een laad- en losplaats op een specifieke locatie. De verzoeker, die naast het perceel van de vergunninghouder woont, heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat hij meent dat er sprake is van een spoedeisend belang.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de verzoeker niet voldoende heeft aangetoond welk spoedeisend belang hij heeft bij de gevraagde voorlopige voorziening. De verzoeker stelde dat de verkeersveiligheid in geding is en dat de ingangen overbodig zijn, maar de rechter kon hieruit niet afleiden dat er onomkeerbare gevolgen zouden optreden door de aanleg van de uitweg en laad- en losplaats. De rechter heeft ook opgemerkt dat de informatie die door de verweerder is verstrekt, niet wijst op zodanige verstrekkende gevolgen dat de behandeling van de bezwaarprocedure niet kan worden afgewacht.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.