Beoordeling door de rechtbank
8. De rechtbank beoordeelt de afwijzing van de aanvragen van eisers. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eisers. Op wat eisers in hun beroepsgronden hebben aangevoerd, wordt hierna per onderwerp ingegaan.
9. Bij de beoordeling van een aanvraag voor de afgifte van een mvv wordt nagegaan of de aanvrager voldoet aan de eisen voor een daarna te verlenen verblijfsvergunning. Dit volgt uit de artikelen 2p en 2q van de Vw.
10. Het is vaste rechtspraak van het EHRMdat pas kan worden gesproken van een door artikel 8 van het EVRM beschermd gezinsleven tussen ouders en hun meerderjarige kinderen, als sprake is van een meer dan gebruikelijke afhankelijkheidsrelatie (‘more than the normal emotional ties’); er moet sprake zijn van bijkomende elementen van afhankelijkheid (‘additional elements of dependancy’). Uit de rechtspraak volgt ook dat de vraag of sprake is van beschermd gezinsleven van feitelijke aard is, en afhankelijk is van het daadwerkelijk bestaan van hechte, persoonlijke banden. Hierbij kan onder meer relevant zijn: de eventuele samenwoning, de mate van financiële afhankelijkheid, de mate van emotionele afhankelijkheid, de gezondheid van de betrokkenen en de banden met het land van herkomst. Als eenmaal het bestaan van een door artikel 8 van het EVRM beschermd familie- en gezinsleven is vastgesteld, moet worden beoordeeld of een vreemdeling vanwege dat familie- of gezinsleven ook moet worden toegelaten tot Nederland. Daarvoor moet verweerder een belangenafweging maken waarbij hij alle relevante feiten en omstandigheden betrekt.
11. In de uitspraak van de Afdelingvan 13 juli 2022is overwogen dat bij de hiervoor bedoelde belangenafweging dezelfde feiten en omstandigheden van belang zijn als die bij de beantwoording van de vraag naar een meer dan gebruikelijke afhankelijkheid. Die vraag naar de feitelijke band tussen de betrokkenen staat daarom niet los van de belangenafweging. Gelet op die verwevenheid heeft de Afdeling – anders dan voorheen – geoordeeld dat verweerder niet mag volstaan met de vaststelling of al dan niet beschermenswaardig familieleven bestaat, maar dat hij altijd een belangenafweging moet verrichten, waarbij de staatssecretaris alle relevante feiten en omstandigheden moet betrekken.
Is er tussen eisers en referent sprake van een beschermd familie- of gezinsleven?
12. Vast staat dat referent en eisers allen meerderjarig zijn. Verweerder heeft geconcludeerd dat er geen sprake is van een beschermd familie- of gezinsleven, omdat er tussen hen geen sprake is van een meer dan gebruikelijke afhankelijkheidsrelatie. Verweerder heeft daartoe onder meer overwogen dat referent in 2006 is getrouwd en sindsdien een eigen huishouden voert. Hij heeft een gezin met vijf kinderen. Verder is overwogen dat referent sinds 2016 in Nederland woont, en van 2011 tot 2016 in Kabul heeft verbleven voor zijn werk, en dat hij dus al lange tijd niet meer samenwoont met zijn ouders, broer en zus. Verweerder heeft daarbij in aanmerking genomen dat eisers zich al die tijd staande hebben gehouden zonder referent.
13. Eisers stellen zich op het standpunt dat verweerder het criterium ‘more than the normal emotional ties’ in hun geval te streng heeft ingevuld. Zij voeren aan dat zij noodgedwongen zijn gevlucht uit Afghanistan naar Pakistan, dat zij geen steun hebben van derden en dat zij in grote mate afhankelijk zijn van referent. Eisers stellen dat zij door referent financieel worden ondersteund vanuit Nederland. Zij geven aan dat ook sprake is van medische problematiek bij zus en broer, en dat de steun van referent ook nodig is om achteruitgang in hun gezondheid te voorkomen. Ter zitting heeft referent toegelicht dat hij in de periode van 2011 tot 2016 weliswaar in Kabul werkte, maar dat hij toen nog wel onderdeel uitmaakte van het gezin. Tevens heeft hij toegelicht dat zijn psychische gezondheid sinds het overlijden van zijn vader achteruit is gegaan en dat hij behoefte heeft aan de nabijheid van zijn familie.
14. Verweerder heeft naar het oordeel van de rechtbank voldoende gemotiveerd dat een bijzondere afhankelijkheid tussen referent en eiseres, die de normale banden tussen een ouder en een meerderjarig kind overstijgt, niet aannemelijk is gemaakt. Voor zover mag worden aangenomen dat referent in de periode 2011 tot 2016 nog onderdeel uitmaakte van het gezin, is dat vanaf 2016 zeker niet meer het geval. De medische problematiek van eisers heeft verweerder ook betrokken in zijn beoordeling, alsook het feit dat eisers uit Afghanistan naar Pakistan zijn gevlucht. Eisers hebben in beroep medische stukken overgelegd om de gestelde medische problematiek te onderbouwen, maar daarmee is geen onderbouwing gegeven dat zij voor zorg zijn aangewezen op de hulp van referent. Dat referent sinds het overlijden van zijn vader psychische klachten heeft en meer behoefte heeft aan de nabijheid van zijn familie, is voorstelbaar, maar de rechtbank ziet daarin op zichzelf geen reden om aan te nemen dat referent voor zijn psychische gezondheid (meer dan gebruikelijk) afhankelijk is van de zorg van eisers of van hun fysieke nabijheid. Referent staat onder behandeling bij de GGZen die behandeling kan worden voortgezet. Ten aanzien van de gestelde financiële ondersteuning vanuit Nederland heeft verweerder niet ten onrechte overwogen dat niet is gebleken dat deze niet in op de huidige manier kan worden gecontinueerd. Om die reden is geen sprake van een door artikel 8 van het EVRM beschermd familie- of gezinsleven.
15. Verweerder heeft een belangenafweging gemaakt in het kader van artikel 8 van het EVRM. Hierbij heeft verweerder het belang van de Nederlandse overheid bij een terughoudend toelatingsbeleid afgewogen tegen het persoonlijk belang van eisers en referent bij toelating.
16. De rechtbank is van oordeel dat verweerder alle relevante feiten en omstandigheden in zijn beoordeling heeft betrokken. Dat eisers uit Afghanistan naar Pakistan zijn gevlucht, is in het bestreden besluit meegewogen. Verweerder heeft overwogen dat eiseres in Pakistan (Peshawar) in een huis bij mensen verblijven die zij volgens eigen verklaring niet goed kennen, maar die wel een huis voor hen beschikbaar hebben gesteld. Verweerder heeft in het voordeel van eisers meegewogen dat er een objectieve belemmering is om het familieleven in Afghanistan uit te oefenen. Verweerder heeft daar wel tegenover gesteld dat eisers nu in Pakistan verblijven en dat referent hen daar kan bezoeken. Verweerder heeft het economisch belang (zwaar) in het nadeel van eisers kunnen meewegen. Verweerder heeft daarvoor drie redenen gegeven.
Referent heeft geen eigen middelen van bestaan. Referent heeft zelf aangegeven dat hij in de Ziektewet zit en uit Suwinet blijkt dat referent een uitkering krijgt.
Eisers zullen voor langere tijd gebruik maken van de openbare kas wanneer zij in Nederland zijn. Verweerder heeft daarbij in aanmerking genomen dat referent niet heeft aangegeven dat eisers zelf middelen van bestaan of een inkomen hebben.
Eisers zullen voor langere tijd gebruik maken van publieke voorzieningen, bijvoorbeeld het onderwijs, de gezondheidszorg en de infrastructuur.
Verweerder heeft ook in het nadeel van eisers kunnen meewegen dat zij nooit een verblijfsvergunning in Nederland hebben gehad en nog geen leven hebben opgebouwd in Nederland.
17. Verweerder heeft op grond van alle relevante feiten en omstandigheden een belangenafweging kunnen maken en heeft daarbij doorslaggevend belang kunnen hechten aan het belang van de Nederlandse overheid. Verweerder heeft op basis van die belangenafweging in redelijkheid kunnen concluderen dat de weigering van de mvv’s niet in strijd is met artikel 8 van het EVRM.