ECLI:NL:RBDHA:2023:11958
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser, een Tunesische vreemdeling, tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag op 28 juni 2023 niet in behandeling genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk is voor de aanvraag. De rechtbank doet uitspraak zonder zitting op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank onderzoekt of eiser procesbelang heeft bij het beroep. De staatssecretaris heeft op 19 juli 2023 meegedeeld dat eiser op 14 juli 2023 met onbekende bestemming is vertrokken. De gemachtigde van eiser heeft op 9 augustus 2023 aangegeven dat eiser haar heeft gevraagd om beroep in te stellen, maar niet heeft bevestigd of zij nog contact heeft gehad met eiser na zijn vertrek.
De rechtbank concludeert dat, gezien de omstandigheden en de informatie van de gemachtigde, eiser met onbekende bestemming is vertrokken en geen prijs meer stelt op de bescherming die hij aanvankelijk zocht in Nederland. Hierdoor heeft eiser geen rechtens te beschermen belang meer bij de beoordeling van de rechtmatigheid van het bestreden besluit. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en oordeelt dat eiser geen proceskostenvergoeding ontvangt.