ECLI:NL:RBDHA:2023:12020
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met verwijzing naar verantwoordelijkheidsstaat Spanje
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 18 juli 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. A.H. Hekman, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Echter, het ministerie van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. R.P.G. van Bel, heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag volgens de Dublin-verordening.
De verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 18 juli 2023, maar de verzoeker is niet verschenen, terwijl de verweerder zich wel heeft laten vertegenwoordigen. Na de behandeling heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, met de motivering dat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in een andere zaak (NL23.19521) die betrekking heeft op het beroep van de verzoeker. Hierdoor was een voorlopige voorziening niet meer nodig. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. J.J. Catsburg, in aanwezigheid van griffier mr. M.A.W.M. Engels, en is bekendgemaakt op 20 juli 2023. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.