ECLI:NL:RBDHA:2023:12089
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Naheffingsaanslag Bpm niet te hoog vastgesteld; beroep ongegrond; overschrijding redelijke termijn
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 juli 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. S.M. Bothof, en de inspecteur van de Belastingdienst. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een naheffingsaanslag belasting van personenauto’s en motorrijwielen (Bpm) die op 2 september 2022 was opgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep ongegrond is en dat de naheffingsaanslag niet te hoog is vastgesteld. De rechtbank heeft ook geconstateerd dat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak is overschreden, maar heeft geen schadevergoeding toegekend omdat eiser afstand heeft gedaan van zijn recht op schadevergoeding.
De rechtbank heeft in haar overwegingen uiteengezet dat eiser op 2 juni 2020 aangifte Bpm heeft gedaan voor een Mercedes-Benz C-klasse. De auto was op 23 april 2020 door een taxateur opgenomen en op 25 mei 2020 was er een taxatierapport opgesteld. De rechtbank heeft geoordeeld dat eiser niet heeft aangetoond dat de auto ten tijde van de aangifte beschadigd was, en dat de naheffingsaanslag van € 6.002 terecht was opgelegd. Eiser had ook aangevoerd dat artikel 110 VWEU zich ertegen verzet dat er een hogere Bpm op de auto rust dan de herrekende bruto Bpm van vergelijkbare voertuigen. De rechtbank heeft deze stelling verworpen en geconcludeerd dat de herleidingsmethode van eiser niet kan worden gebruikt om de verschuldigde Bpm te bepalen.
De rechtbank heeft verder vastgesteld dat de overschrijding van de redelijke termijn met ruim een maand niet leidt tot een schadevergoeding, omdat eiser eerder had ingestemd met een machtiging die de vergoeding van immateriële schade uitsloot. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken, omdat daarvoor geen aanleiding bestond. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof Den Haag.