ECLI:NL:RBDHA:2023:12092
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vermindering naheffingsaanslag Bpm op basis van forfaitaire tabel en proceskostenvergoeding
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 juli 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een B.V. gevestigd te [vestigingsplaats], en de inspecteur van de Belastingdienst. De zaak betreft een naheffingsaanslag belasting van personenauto’s en motorrijwielen (Bpm) die aan eiseres was opgelegd. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de uitspraak van de inspecteur van 18 juli 2022, waarin de naheffingsaanslag was vastgesteld op € 14.930. De rechtbank heeft het beroep van eiseres gegrond verklaard en de naheffingsaanslag verminderd tot € 8.919. De rechtbank oordeelde dat de afschrijving van de auto, een Lamborghini Urus, moet worden bepaald aan de hand van de forfaitaire tabel, in plaats van de door eiseres voorgestelde koerslijstwaarde van een referentie-auto.
Tijdens de zitting op 5 juli 2023 heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. S.M. Bothof, haar standpunt toegelicht. De inspecteur werd vertegenwoordigd door drie gemachtigden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bewijslast voor de waardevermindering door schade bij eiseres ligt. Eiseres heeft niet overtuigend aangetoond dat de auto meer schade had dan door de taxateur was vastgesteld. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de verschillen tussen de Lamborghini Urus en de referentie-auto te groot zijn om de koerslijstwaarde van de referentie-auto te gebruiken voor de waardebepaling van de eigen auto.
De rechtbank heeft verder de proceskosten van eiseres vastgesteld op € 837, waarbij een wegingsfactor van 0,5 is toegepast, omdat de gegrondverklaring van het beroep niet voortvloeit uit de grieven van eiseres. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Den Haag.