Uitspraak
[verzoekster] B.V., te [vestigingsplaats], verzoekster
het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland(gemachtigde: H. Vermeulen).
Rechtbank Den Haag
Op 28 februari 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om wijziging van een voorlopige voorziening. Dit verzoek was ingediend door [verzoekster] B.V., vertegenwoordigd door mr. B. Ebben, en had betrekking op de bij uitspraak van 20 december 2022 getroffen voorlopige voorziening. In die eerdere uitspraak was een schorsing van het bestreden besluit van 19 augustus 2022 opgelegd. De voorzieningenrechter heeft nu besloten om de aan het bestreden besluit verbonden voorschriften 1.1.1 tot en met 1.1.4 en 2.1.1 tot en met 2.1.4 en 2.1.6, die betrekking hebben op de GS29/tankputbrandbestrijding, te schorsen tot de uitspraak op het ingestelde beroep. Dit besluit is genomen op basis van de noodzaak van onverwijlde spoed, zoals vereist door artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de wijziging van de voorlopige voorziening gerechtvaardigd is, omdat het verzoek van de verzoekster niet om schorsing van het gehele besluit vroeg, maar specifiek om de schorsing van bepaalde voorschriften. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.