ECLI:NL:RBDHA:2023:12320
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen kinderopvangtoeslag en herzieningsverzoek
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 29 augustus 2023, wordt het beroep van eiseres tegen de definitieve berekening van de kinderopvangtoeslag over het jaar 2020 behandeld. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen het besluit van de Belastingdienst/Toeslagen, maar dit bezwaar werd niet-ontvankelijk verklaard omdat het niet tijdig was ingediend. Eiseres stelde dat zij eerder bezwaar had gemaakt, maar dat dit bezwaar niet door verweerder was ontvangen. De rechtbank oordeelt dat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift een fatale termijn van openbare orde is, die door verweerder ambtshalve moet worden beoordeeld. Aangezien eiseres niet met bewijsstukken kon aantonen dat zij eerder een bezwaarschrift had verzonden, werd het bezwaar terecht niet-ontvankelijk verklaard.
Daarnaast werd het verzoek van eiseres om herziening van het primaire besluit afgewezen. De rechtbank oordeelt dat het beroep van eiseres, voor zover gericht tegen het bestreden besluit 1, niet-ontvankelijk is en dat het beroep tegen het bestreden besluit 2 ongegrond is. Wel wordt verweerder opgedragen om het door eiseres betaalde griffierecht van € 50 te vergoeden. De rechtbank bepaalt verder dat verweerder het beroepschrift, dat gericht is tegen de afwijzing van het herzieningsverzoek, als bezwaar dient te behandelen. Deze uitspraak benadrukt het belang van tijdige indiening van bezwaarschriften en de gevolgen van het niet naleven van de wettelijke termijnen.