ECLI:NL:RBDHA:2023:12336
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake compensatie toeslagenaffaire
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 25 augustus 2023, wordt het beroep van eiser tegen de weigering van de Belastingdienst/Toeslagen om een forfaitair compensatiebedrag van € 30.000 uit te betalen, behandeld. Eiser, die zich heeft aangemeld als gedupeerde van de toeslagenaffaire, heeft eerder een definitief compensatiebedrag van € 87.829 toegekend gekregen. De rechtbank concludeert dat het voorliggende beroep eiser niet in een materieel gunstigere positie kan brengen, aangezien hij al een hogere compensatie heeft ontvangen. Hierdoor verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk.
De rechtbank behandelt de zaak na een zitting op 14 juli 2023, waarbij de gemachtigden van verweerder aanwezig waren, maar eiser en zijn gemachtigde zich afmeldden. Eiser had in zijn beroep aangevoerd dat verweerder niet aan zijn inspanningsverplichting had voldaan en dat zijn persoonlijke dossier niet was verstrekt, wat hij als een schending van het beginsel van equality of arms beschouwde. Verweerder stelde echter dat het beroep niet-ontvankelijk verklaard moest worden, omdat eiser geen belang meer had bij de beoordeling van het bestreden besluit.
De rechtbank oordeelt dat er geen procesbelang is, omdat het resultaat dat eiser nastreeft niet meer bereikt kan worden. De rechtbank kan zich niet uitlaten over de stelling van eiser met betrekking tot zijn persoonlijke dossier, omdat dit geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht betreft. De uitspraak eindigt met de beslissing dat het beroep niet-ontvankelijk is, en dat eiser geen proceskostenvergoeding ontvangt, noch het betaalde griffierecht terugkrijgt.