Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
doorgaansniet geschikt was voor het doel waarvoor Tugeo het gebruikte.
Rechtbank Den Haag
In deze civiele zaak tussen Aqua-Vrijsen Algemene Aanneming BVBA en Tugeo B.V. draait het om de aansprakelijkheid voor gebrekkige aardwarmtesondes die door Tugeo aan Aqua-Vrijsen zijn geleverd. Aqua-Vrijsen, een Belgisch bedrijf dat zich bezighoudt met bodemwarmtewisselaars, heeft in de periode van 2018 tot 2019 meerdere bestellingen geplaatst bij Tugeo. Na klachten van klanten over drukverlies in de systemen, heeft Aqua-Vrijsen Tugeo in oktober 2020 op de hoogte gesteld van de gebreken. Tugeo heeft de aansprakelijkheid betwist en een beroep gedaan op de klachtplicht en de Metaalunievoorwaarden, waarin aansprakelijkheid is beperkt.
De rechtbank heeft vastgesteld dat Aqua-Vrijsen de gebreken niet eerder had kunnen ontdekken en dat zij tijdig heeft geklaagd. De rechtbank oordeelt dat de Metaalunievoorwaarden van toepassing zijn op de bestellingen en dat de aansprakelijkheidsbeperkingen in artikel 13 van deze voorwaarden niet onredelijk bezwarend zijn. Aqua-Vrijsen heeft niet kunnen aantonen dat Tugeo opzettelijk of bewust roekeloos heeft gehandeld, waardoor Tugeo zich op de exoneratie mag beroepen. De rechtbank heeft Aqua-Vrijsen in het gelijk gesteld voor een deel van de gevorderde schadevergoeding, maar heeft de vorderingen tot vergoeding van gevolgschade afgewezen. Tugeo is veroordeeld tot betaling van directe schade en kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid, evenals proceskosten.