ECLI:NL:RBDHA:2023:12395
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep inzake asielaanvraag en verantwoordelijkheidsverdeling onder Dublin-regeling
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 15 augustus 2023, wordt de ontvankelijkheid van het beroep van eiser tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beoordeeld. Het betreft een asielaanvraag die op 15 maart 2023 is ingediend, maar door de staatssecretaris op 26 juni 2023 niet in behandeling is genomen, omdat België verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, aangezien dit in deze zaak niet noodzakelijk werd geacht.
De rechtbank onderzoekt of eiser nog procesbelang heeft, nu de staatssecretaris heeft gemeld dat eiser op 1 augustus 2023 door het COA is geregistreerd als met onbekende bestemming vertrokken. De gemachtigde van eiser heeft op 9 augustus 2023 aangegeven geen contact meer te hebben met eiser en niet te weten of hij nog in Nederland verblijft. De rechtbank verwijst naar vaste rechtspraak die stelt dat als een vreemdeling met onbekende bestemming is vertrokken zonder contact met zijn gemachtigde, hij geen prijs meer stelt op de door hem gezochte bescherming in Nederland.
Gelet op de omstandigheden en het bericht van de gemachtigde, concludeert de rechtbank dat eiser kennelijk geen prijs meer stelt op de bescherming in Nederland en daarom geen procesbelang meer heeft bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep. De rechtbank verklaart het beroep dan ook kennelijk niet-ontvankelijk, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot het indienen van een verzetschrift indien zij het niet eens zijn met de uitspraak.