In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 29 juni 2023 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening van Stichting Summerland, die een evenementenvergunning had aangevraagd voor het popfestival Summerland 2023. De burgemeester van Leidschendam-Voorburg en het college van burgemeester en wethouders verleenden op 22 juni 2023 een evenementenvergunning en ontheffingen voor het evenement, dat gepland was van 30 juni tot en met 2 juli 2023. Verzoekster was het niet eens met de vastgestelde eindtijden van het evenement en de ontheffing voor geluidshinder, en heeft bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit. De voorzieningenrechter oordeelde dat de belangen van verzoekster zwaarder wegen dan die van de omwonenden, die bezorgd waren over geluidshinder. De voorzieningenrechter stelde vast dat er een motiveringsgebrek was in de belangenafweging van verweerders, en dat de omwonende voornamelijk vragen had ingebracht die voortkwamen uit een ander evenement, het Winter festival. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening toegewezen, waarbij de eindtijden voor het evenement zijn vastgesteld op 02.00 uur, met een uitlooptijd tot 02.30 uur. Tevens is bepaald dat het door verzoekster betaalde griffierecht van € 365,- door verweerder moet worden vergoed. De uitspraak benadrukt het belang van communicatie tussen partijen voor toekomstige edities van het evenement.