ECLI:NL:RBDHA:2023:12479
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een inreisverbod opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, enkelvoudige kamer, op 18 augustus 2023, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 6 mei 2023 beoordeeld. Eiser, vertegenwoordigd door mr. I. Özkara, heeft een inreisverbod van twee jaar opgelegd gekregen, omdat hij de vrije termijn van zijn visum heeft overschreden. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser geen zitting heeft aangevraagd en het onderzoek daarom zonder zitting heeft gesloten.
De rechtbank onderzoekt of de staatssecretaris het inreisverbod terecht heeft opgelegd. Eiser betoogt dat hij zich al op de luchthaven bevond en dat hij van plan was Nederland te verlaten, en dat de staatssecretaris niet heeft gemotiveerd wanneer de vrije termijn is verlopen. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris voldoende heeft gemotiveerd dat eiser de vrije termijn van zijn visum heeft overschreden, en dat het inreisverbod dus terecht is opgelegd.
Daarnaast stelt eiser dat hij gehoord had moeten worden voor het opleggen van het inreisverbod. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris de hoorplicht niet heeft geschonden, omdat eiser de gelegenheid had om zijn zienswijze naar voren te brengen. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en eiser kan binnen vier weken beroep aantekenen bij de Raad van State.