Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving
Algemene wet bestuursrecht
Artikel 4:84
Het bestuursorgaan handelt overeenkomstig de beleidsregel, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.
Omgevingsverordening Zuid-Holland
Artikel 2.1 Aanwijzing vaarwegen en vrijwaringszones
1.Vaarwegen, anders dan de vaarwegen in beheer bij het Rijk, zijn gebieden waarvan de plaats geometrisch is bepaald en zijn verbeeld op kaart 2 in bijlage II.
2.Gedeputeerde staten wijzen op de vaarwegen die in beheer zijn bij de provincie, zones aan die de functie hebben van vaarstrook, veiligheidsstrook, veiligheidszone of overige delen van de vaarweg.
3.Vrijwaringszones rond vaarwegen in beheer bij de provincie zijn gebieden als bedoeld in artikel 6.19, waarvan de plaats indicatief is verbeeld op kaart 2 in bijlage II.
Afdeling 3.3 Activiteiten op provinciale infrastructuur
§ 3.3.1 Algemene bepalingen
Artikel 3.15 Toepassingsbereik
Deze afdeling gaat over het gebruik van provinciale infrastructuur, anders dan overeenkomstig de functie daarvan voor het openbaar verkeer, en anders dan door of in opdracht van gedeputeerde staten.
Artikel 3.16 Oogmerk
Deze afdeling is gericht op:
het veilig en doelmatig gebruik van de provinciale infrastructuur overeenkomstig de functie daarvan voor het openbaar verkeer; en
het beschermen van de provinciale infrastructuur, met inbegrip van het belang van het onderhoud of de wijziging daarvan.
Artikel 3.17 Bevoegd gezag
1. Gedeputeerde staten zijn het bevoegd gezag:
waaraan een melding wordt gedaan;
dat een maatwerkvoorschrift kan stellen;
dat beslist op een aanvraag om een vergunning; of
at beslist op een aanvraag om een gelijkwaardige maatregel.
2. Het eerste lid, onderdeel c, is niet van toepassing op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Artikel 3.19 Veranderen van het werk of werken maken of behouden
1. Het is verboden zonder vergunning gebruik te maken van provinciale infrastructuur, door:
de vorm, de loop, de constructie of het profiel van de weg of de vaarweg te veranderen, of
werken te maken, te behouden, te veranderen of te verwijderen.
2. Gedeputeerde staten kunnen over de activiteiten, bedoeld in het eerste lid, regels stellen. Deze regels kunnen mede strekken tot:
vrijstelling van het verbod;
het opleggen van de verplichting om met inachtneming van daarbij te stellen regels melding te doen van de activiteit;
het opleggen van de verplichting om opgave te doen van gegevens en bescheiden; of
het voldoen aan maatwerkvoorschriften voor de activiteit.
3. Op de aanvraag om een vergunning als bedoeld in het eerste lid met betrekking tot kabels en leidingen is afdeling 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing in afwijking van artikel 28, eerste lid, van de Dienstenwet.
Artikel 14.6 Omhangen nadere regels
Na de inwerkingtreding van deze verordening berusten alle nadere regels, gesteld op grond van bepalingen die bij deze verordening vervallen of worden ingetrokken, op deze verordening.
Vaarwegenverordening Zuid-Holland 2015 (vervallen per 1 april 2019)
Artikel 15 Verbodsbepalingen
d. een ligplaatsvoorziening of enige andere voorziening bestemd voor het meren van schepen te maken, te hebben of te veranderen; (…)
Beleidsregel ontheffingen ligplaatsen
Artikel 1
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
(…)
d. ligplaatsvoorziening: al hetgeen bestemd is om een vaartuig aan vast te leggen te maken, zoals steigers, meerpalen, bolders; (…)
Artikel 5 Ontheffing voor ligplaatsvoorzieningen
1. Gedeputeerde Staten kunnen ontheffing verlenen van het verbod, zoals genoemd in artikel 15 eerste lid, aanhef en onderdeel d van de Vaarwegenverordening Zuid-Holland 2015, op aanvraag van de rechthebbende van de oever voor het in gebruik hebben van een niet-openbare ligplaatsvoorziening, indien deze niet gelegen is in een vaarstrook, veiligheidsstrook of veiligheidszone.
2. Gedeputeerde Staten verlenen geen ontheffing voor een niet-openbare ligplaatsvoorziening indien deze verder dan noodzakelijk de vaarweg insteekt dan wel een gevaar voor de doorgaande scheepvaart vormt.
3. Gedeputeerde Staten kunnen ontheffing verlenen voor een openbare ligplaatsvoorziening of enig ander werk van openbaar nut, indien de voorziening gelegen is in een vaarstrook of veiligheidszone, mits geoordeeld wordt dat het belang van de bruikbaarheid van de vaarweg en oever zwaarder weegt dan het belang van een vlotte en veilige doorvaart.
Ligplaatsenbeleid provinciale vaarwegen Zuid-Holland Ruimte voor de scheepvaart van 18 december 2012
Pagina 14 + 15:
Niet-openbare ligplaatsen voor (niet doorgaande) recreatievaart
Langs particuliere oevers wordt vaak ligplaats ingenomen, die voornamelijk fungeren als thuishaven. De behoefte aan deze ligplaatsen wordt onderkend. Het ongereguleerd toestaan van dergelijke ligplaatsen in de provinciale vaarwegen zou echter kunnen leiden tot onwenselijke situaties voor de vlotte en veilige doorvaart. Dit betekent dat het innemen van een ligplaats wordt gereguleerd door middel van een ontheffingensysteem. Een ontheffing voor dergelijke (nieuwe) ligplaatsen voor recreatievaart kan alleen worden verleend als aan alle veiligheidseisen wordt voldaan: buiten de vaarstrook, de veiligheidsstrook en de eventuele veiligheidszone. Bij de vaststelling van de vaarstroken en veiligheidszone is rekening gehouden met de betrokken belangen
Bestaande (legale) ligplaatsen aan particuliere oevers, die op grond van de nieuwe uitgangspunten niet wenselijk zijn (ze liggen geheel of gedeeltelijk binnen een vaarstrook en/of veiligheidsstrook en/of veiligheidszone), worden passief uitgefaseerd. Dit houdt in dat reeds verleende ontheffingen stand houden. Wanneer voor dezelfde plek een nieuwe aanvraag komt (bijvoorbeeld bij wisseling van perceeleigenaar) wordt echter geen ontheffing meer verleend.
Particuliere ligplaatsen voor recreatievaart aan een openbare oever (een oever in eigendom en/of beheer van een overheidsinstantie dan wel een oever die openbaar toegankelijk is) worden niet toegestaan omdat:
- de vlotheid en veiligheid van de doorgaande scheepvaart wordt beperkt door de aanwezigheid van ligplaatsen en in deze gevallen het doorvaartbelang zwaarder laat wegen;
- de provincie in geval van openbare oevers het belang van openbaarheid (openbaar gebruik) voorrang geeft op het particuliere belang (particulier gebruik).
Voor openbare oevers worden dus geen ontheffingen verleend voor een particulier om ligplaats in te nemen. Op vaarwegen met een geringe binnenvaart (trajecten, 2, 3, 7 en 8) wil Provincie meewerken aan watersportverenigingen om ligplaatsen in te richten en te beheren. Voorwaarde is dat de vereniging een maatschappelijk doel dient en voor een ieder toegankelijk moet zijn.
2.4Ligplaatsvoorzieningen
Om ligplaats in te kunnen nemen zijn voorzieningen nodig. Dit kunnen voorzieningen zijn om een schip vast te leggen (ligplaatsconstructie) of een voorziening om een schil in ligplaats in te nemen (insteekhaven of inkassing).
Ligplaatsconstructies
Schepen liggen vast aan bolders, meerpalen, steigers en dergelijke. Voor alle constructies die in de vaarweg worden gerealiseerd is toestemming nodig (ontheffingsplicht). Voor het toestaan van deze constructies worden dezelfde uitgangspunten gehanteerd als voor de ligplaatsen. Het is dus van belang of, in het geval van niet-openbare ligplaatsen, op die locatie ook een ontheffing voor het ligplaats nemen verleend zou worden.
Aan de constructies worden voorwaarden gesteld, zoals aan de afmetingen en de ligging in de vaarweg. Bovendien kunnen voorwaarden worden gesteld om mogelijk te maken dat de provincie noodzakelijk onderhoud kan uitvoeren.
Bovenstaande geldt altijd voor ligplaatsconstructies die worden toegestaan na inwerkingtreding van dit nieuwe ligplaatsenbeleid. Voor bestaande constructies wordt dezelfde lijn gevolgd als voor het innemen van ligplaatsen (paragraaf 2.3.2):
- Op situaties die op grond van het voorgaande beleid al illegaal waren en gezien de geldende uitgangspunten ongewenst zijn kan direct worden gehandhaafd.
- Daar waar deze situaties door het nieuwe beleid niet meer voldoen, worden deze passief uitgefaseerd.