In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 augustus 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verlengingsbesluit van de maatregel van bewaring, opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, van Marokkaanse nationaliteit, had op 26 januari 2023 de maatregel van bewaring opgelegd gekregen, welke op 21 juli 2023 met maximaal twaalf maanden werd verlengd. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit verlengingsbesluit en verzocht om schadevergoeding. Tijdens de zitting op 10 augustus 2023 was eiser aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, en werd er een tolk ingeschakeld.
De rechtbank heeft overwogen dat de staatssecretaris niet heeft voldaan aan de verplichting om eiser schriftelijk in een begrijpelijke taal op de hoogte te stellen van de redenen voor de bewaring. Echter, de rechtbank oordeelt dat dit gebrek niet leidt tot onrechtmatigheid van het verlengingsbesluit, omdat eiser feitelijk niet in zijn belangen is geschaad. Eiser had de mogelijkheid om beroep in te stellen en heeft gebruik gemaakt van professionele rechtsbijstand.
Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat er voldoende zicht is op uitzetting naar Marokko, ondanks dat de aanvraag voor een laissez-passer al sinds augustus 2020 in behandeling is. Eiser heeft niet actief meegewerkt aan het bespoedigen van het proces, wat zijn eigen risico is. De rechtbank concludeert dat de verlenging van de maatregel van bewaring niet onrechtmatig is en wijst het beroep ongegrond, evenals het verzoek om schadevergoeding.