ECLI:NL:RBDHA:2023:12515

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 augustus 2023
Publicatiedatum
22 augustus 2023
Zaaknummer
NL23.21769
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen maatregel van bewaring en verzoek om schadevergoeding in vreemdelingenrechtelijke context

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 augustus 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een maatregel van bewaring die aan eiser was opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De maatregel was gebaseerd op artikel 59b van de Vreemdelingenwet 2000 en had als doel de identiteit en nationaliteit van eiser vast te stellen, evenals het verkrijgen van gegevens voor de beoordeling van een asielaanvraag. Eiser, van Marokkaanse nationaliteit, heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. De staatssecretaris heeft op 4 augustus 2023 de maatregel van bewaring opgeheven, maar een nieuwe maatregel opgelegd.

De rechtbank heeft de zaak schriftelijk behandeld, waarbij de gemachtigde van eiser op 8 augustus 2023 de gronden van het beroep heeft ingediend en verweerder op 9 augustus 2023 heeft gereageerd. De rechtbank heeft op 11 augustus 2023 het onderzoek gesloten. De rechtbank oordeelt dat de gronden voor de maatregel van bewaring voldoende zijn gemotiveerd door verweerder, en dat er geen aanleiding is om te oordelen dat de maatregel onrechtmatig was. Daarom verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak is gedaan door rechter M.M. Meijers in aanwezigheid van griffier J.R. Froma en is openbaar gemaakt.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.21769

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser], eiser

V-nummer: [v-nummer]
(gemachtigde: mr. R.J. Portegies),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. C. van Twillert).

Procesverloop

Bij besluit van 25 juli 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder aan eiser de maatregel van bewaring op grond van artikel 59b, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) opgelegd.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Dit beroep moet tevens worden aangemerkt als een verzoek om toekenning van schadevergoeding.
Verweerder heeft op 4 augustus 2023 de maatregel van bewaring opgeheven (en aansluitend een nieuwe maatregel van bewaring opgelegd).
Partijen hebben toestemming verleend de zaak schriftelijk te behandelen. De gemachtigde van eiser heeft op 8 augustus 2023 de gronden van het beroep ingediend. Verweerder heeft hierop op 9 augustus 2023 gereageerd.
De rechtbank heeft op 11 augustus 2023 het onderzoek gesloten.

Overwegingen

1. Eiser stelt van Marokkaanse nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [geboortedag] 1987.
2. Omdat de bewaring is opgeheven, beperkt de beoordeling zich in deze zaak tot de vraag of aan eiser schadevergoeding moet worden toegekend. In dit verband moet de vraag worden beantwoord of de tenuitvoerlegging van de maatregel van bewaring op enig moment voorafgaande aan de opheffing daarvan onrechtmatig is geweest. De rechtbank kan als de bewaring al is opgeheven vóór de behandeling van het verzoek om opheffing van de bewaring aan eiser een schadevergoeding toekennen. [1]
3. In de maatregel van bewaring heeft verweerder overwogen dat de bewaring noodzakelijk was met het oog op de vaststelling van de identiteit of nationaliteit van eiser en met het oog op het verkrijgen van gegevens die noodzakelijk zijn voor beoordeling van een asielaanvraag. Verweerder heeft, onder verwijzing naar artikel 5.1b, derde en vierde lid, van het Vreemdelingenbesluit (Vb), als zware gronden vermeld dat eiser:
3a. Nederland niet op de voorgeschreven wijze is binnengekomen, dan wel een poging daartoe heeft gedaan;
3b. zich in strijd met de Vreemdelingenwetgeving gedurende enige tijd aan het toezicht op vreemdelingen heeft onttrokken;
3c. eerder een visum, besluit, kennisgeving of aanzegging heeft ontvangen waaruit de plicht Nederland te verlaten blijkt en hij daaraan niet uit eigen beweging binnen de daarin besloten of gestelde termijn gevolg heeft gegeven;
3d. niet dan wel niet voldoende meewerkt aan het vaststellen van zijn identiteit en nationaliteit;
3i. te kennen heeft gegeven dat hij geen gevolg zal geven aan zijn verplichting tot terugkeer;
en als lichte gronden vermeld dat eiser:
4a. zich niet aan een of meer andere voor hem geldende verplichtingen van hoofdstuk 4 van het Vb heeft gehouden;
4b. meerdere aanvragen tot het verlenen van een verblijfsvergunning heeft ingediend die niet tot verlening van een verblijfsvergunning hebben geleid;
4c. geen vaste woon- of verblijfplaats heeft;
4d. niet beschikt over voldoende middelen van bestaan.
4. De gemachtigde van eiser heeft te kennen gegeven geen opmerkingen te hebben over de rechtmatigheid van de vrijheidsontnemende maatregel. Hij refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.
5. De rechtbank overweegt als volgt.
Naar het oordeel van de rechtbank zijn de gronden en de door verweerder daarop gegeven motivering voldoende om de maatregel van bewaring te rechtvaardigen. Ook is er geen aanleiding om te oordelen dat verweerder een lichter middel had moeten toepassen.
Nu ook anderszins niet is gebleken dat de maatregel van bewaring onrechtmatig moet worden geacht, is het beroep ongegrond. Daarom wordt ook het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.M. Meijers, rechter, in aanwezigheid van mr. J.R. Froma, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 106 Vw