Overwegingen
1. Eiser stelt te zijn geboren op [geboortedatum] en de Marokkaanse nationaliteit te hebben.
2. Op grond van artikel 59, zesde lid, van de Vw kan de bewaring ten hoogste met nog eens twaalf maanden worden verlengd, indien de uitzetting, alle redelijke inspanningen ten spijt, wellicht meer tijd zal vergen, op grond dat de vreemdeling niet meewerkt aan zijn uitzetting of de daartoe benodigde documentatie uit derde landen nog ontbreekt.
3. Verweerder moet in het verlengingsbesluit volgens het beleid van paragraaf A5/6.8 van de Vcnagaan of er voldaan is aan de voorwaarden voor verlenging, of er nog voldoende gronden voor de bewaring zijn, of de bewaring voor de vreemdeling onredelijk bezwarend is en of er zicht op uitzetting bestaat. Als dit voldoende gemotiveerd is, wordt hiermee voldaan aan alle uit de Terugkeerrichtlijnen het arrest Mahdivoortvloeiende vereisten voor het nemen van een verlengingsbesluit. Er hoeft geen aparte verzwaarde belangenafweging plaats te vinden bij het bepalen of de maatregel van bewaring verlengd mag worden.
Voorwaarden voor verlenging
4. Aan de verlenging van de bewaring is ten grondslag gelegd dat, ondanks de redelijke inspanningen van verweerder, een geldig document voor grensoverschrijding ontbreekt en dat eiser niet meewerkt aan zijn uitzetting.
5. Eiser heeft geen beroepsgronden gericht tegen deze grondslag voor de verlenging
van de maatregel van bewaring. De rechtbank is van oordeel dat voldoende is gemotiveerd
dat daaraan is voldaan. Er zijn elf vertrekgesprekken met eiser gevoerd, die niet
hebben geleid tot eisers vertrek. Eiser heeft herhaaldelijk verklaard niet te willen terugkeren
naar Marokko en hij heeft tot twee keer toe geweigerd om te verschijnen voor een
presentatie aan de diplomatieke vertegenwoordiging van Marokko.Een reisdocument kan niet worden afgegeven als geen presentatie plaatsvindt. Gelet hierop heeft verweerder terecht overwogen dat, ondanks zijn redelijke inspanningen, de nodige documentatie op zich laat wachten en dat eiser geen medewerking verleent aan zijn vertrek.
6. De rechtbank stelt vast dat eiser niet heeft betwist dat de gronden die aan
het verlengingsbesluit ten grondslag liggen feitelijk juist zijn en voldoende zijn toegelicht,
en evenmin dat deze gronden de conclusie rechtvaardigen dat een risico bestaat dat eiser
zich aan het toezicht zal onttrekken en/of dat eiser de voorbereiding van het vertrek of de
uitzettingsprocedure ontwijkt of belemmert.
7. Eiser stelt dat het verlengen van de maatregel van bewaring een ongeoorloofd punitief karakter heeft, nu het enkel een pressiemiddel is om zijn medewerking aan de uitzetting te verkrijgen.
8. De rechtbank oordeelt dat, gelet op de aan het verlengingsbesluit ten grondslag gelegde feiten en omstandigheden, verweerder terecht niet heeft volstaan met het opleggen van een lichter middel. Eiser heeft namelijk tijdens zijn inbewaringstelling geweigerd om mee te werken aan zijn terugkeer, zoals onder rechtsoverweging 5 is overwogen. Eiser heeft tijdens het gesprek op 28 juni 2023 of in de zienswijze geen concrete punten aangevoerd die moeten leiden tot de conclusie dat een lichter middel succesvol toegepast kan worden. Verweerder stelt dan ook terecht dat voldoende is gemotiveerd waarom, alle belangen afwegende, een verlenging van de maatregel noodzakelijk wordt geacht. Zoals eerder overwogen is een aparte verzwaarde belangenafweging niet vereist.
9. Eiser stelt dat hij klaarblijkelijk niet zonder zijn expliciete medewerking uitgezet kan worden. Een presentatie bij de Marokkaanse autoriteiten blijkt nodig om tot afgifte van een LPte komen. Eiser meent dat verweerder hem hier niet toe kan dwingen. Eiser stelt dan ook dat er geen sprake is van zicht op uitzetting, nu hij weigert mee te werken aan een presentatie.
10. Verweerder heeft voldoende gemotiveerd uiteengezet dat sprake is van zicht op uitzetting. Niet is gebleken van aanwijzingen dat dit voor eiser anders is. De Marokkaanse autoriteiten hebben juist de nationaliteit van eiser bevestigd en hij is meermaals uitgenodigd voor een presentatie aan de diplomatieke vertegenwoordiging. Niet kan worden gesteld dat de Marokkaanse autoriteiten zich niet meewerkend opstellen of dat er waarschijnlijk geen LP zal worden afgegeven voor eiser. In tegenstelling tot wat eiser aanvoert, rust op hem wel degelijk een medewerkingsplicht. Zoals eerder overwogen houdt eiser zich niet aan zijn vertrekplicht. Nu eiser niet volledig en actief meewerkt aan zijn uitzetting, kan niet gesteld worden dat geen zicht op uitzetting bestaat.
11. Tot slot leidt ambtshalve toetsing niet tot het oordeel dat de maatregel van bewaring tot het moment van het sluiten van het onderzoek op enig moment onrechtmatig was.
12. Verweerder heeft in het verlengingsbesluit genoegzaam gemotiveerd dat aan alle uit de Vreemdelingenwet, de Terugkeerrichtlijn en het arrest Mahdi voortvloeiende vereisten voor het nemen van een verlengingsbesluit wordt voldaan.
13. Het beroep is ongegrond. Daarom wordt ook het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
14. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.