ECLI:NL:RBDHA:2023:12657
Rechtbank Den Haag
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke zaak met betrekking tot vrijheidsbeperkende maatregel
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 augustus 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om proceskostenveroordeling. Verzoekster, geboren op een onbekende datum en van onbekende nationaliteit, had tegen een vrijheidsbeperkende maatregel beroep ingesteld. Deze maatregel was op 19 juli 2023 door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid opgelegd, maar werd op 15 augustus 2023 opgeheven. Verzoekster trok haar beroep in en vroeg de rechtbank om de Staatssecretaris te veroordelen in de proceskosten. De rechtbank heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld om te reageren op dit verzoek, maar zowel de gemachtigde als verzoekster zijn niet verschenen op de zitting van 18 augustus 2023.
De rechtbank overweegt dat de veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht. Verzoekster stelde dat de vrijheidsbeperkende maatregel ten onrechte was opgelegd, gezien haar ernstige medische situatie. De Staatssecretaris betwistte echter dat verzoekster ooit onderworpen was aan de maatregel, aangezien deze niet is uitgevoerd door haar ziekenhuisopname op 21 juli 2023.
De rechtbank concludeert dat de vrijheidsbeperkende maatregel met terugwerkende kracht is beëindigd en dat er geen sprake is van tegemoetkoming in de zin van artikel 8:75a van de Awb. Hierdoor is er geen aanleiding om de Staatssecretaris te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten. Het verzoek om proceskostenveroordeling wordt dan ook afgewezen.