ECLI:NL:RBDHA:2023:12685
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Nigeriaanse moeder en haar minderjarige kind
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van een Nigeriaanse moeder en haar minderjarige kind tegen de afwijzing van hun asielaanvraag beoordeeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag op 17 mei 2023 afgewezen, waarbij hij alle relevante elementen geloofwaardig achtte, maar concludeerde dat eiseres geen vluchteling is in de zin van het Vluchtelingenverdrag en geen reëel risico loopt op ernstige schade bij terugkeer naar Nigeria. De rechtbank heeft op 27 juli 2023 de zaak behandeld, maar eiseres en haar gemachtigde waren niet aanwezig.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris terecht de aanvraag heeft afgewezen. Eiseres heeft aangevoerd dat zij gedwongen is uitgehuwelijkt en dat zij problemen heeft ondervonden van haar echtgenoot, maar de rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de risico's bij terugkeer naar Nigeria correct heeft beoordeeld. De rechtbank wijst erop dat eiseres in het verleden in staat is geweest om zich te redden en dat er geen actuele vrees voor haar echtgenoot is aangetoond. Bovendien heeft de rechtbank vastgesteld dat de staatssecretaris de etniciteit van eiseres niet ten onrechte niet heeft meegewogen, aangezien er geen onderbouwing is voor de stelling dat haar etnische groep een verhoogd risico loopt.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt en er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.