ECLI:NL:RBDHA:2023:12701

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 augustus 2023
Publicatiedatum
25 augustus 2023
Zaaknummer
NL23.17533
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van asielaanvraag en verantwoordelijkheidsbepaling onder de Dublinverordening

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, enkelvoudige kamer, op 18 augustus 2023, wordt het beroep van eisers tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beoordeeld. De staatssecretaris had op 15 juni 2023 besloten de asielaanvraag van eisers, ingediend op 11 maart 2023, niet in behandeling te nemen, omdat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van deze aanvraag. De rechtbank heeft de zaak op 8 augustus 2023 behandeld, waarbij zowel de eisers als hun gemachtigde en de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren.

De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat Duitsland verantwoordelijk is voor de asielaanvraag van eisers. Eiseres had in haar beroepsgronden betoogd dat Griekenland verantwoordelijk zou zijn, maar heeft deze grond tijdens de zitting laten vallen. De rechtbank wijst op de Dublinverordening, die bepaalt dat een asielaanvraag niet in behandeling wordt genomen als een andere lidstaat verantwoordelijk is. Nederland heeft een verzoek om terugname bij Duitsland ingediend, dat door Duitsland is aanvaard.

Eiseres heeft ook aangevoerd dat haar asielverzoek op grond van artikel 17 van de Dublinverordening in behandeling moet worden genomen, vanwege de belangen van haar kinderen en haar psychische aandoening. De rechtbank oordeelt echter dat de staatssecretaris voldoende rekening heeft gehouden met deze belangen en dat eiseres niet heeft aangetoond dat zij of haar kinderen afhankelijk zijn van de zorg van haar moeder in Nederland. Bovendien is er geen bewijs dat eiseres niet de nodige zorg in Duitsland kan krijgen.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt dat de staatssecretaris de aanvraag terecht niet in behandeling heeft genomen. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen kunnen binnen een week hoger beroep aantekenen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.17533

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 augustus 2023 in de zaak tussen

[eiseres] , v-nummer: [nummer] , eiseres

mede namens haar minderjarige kinderen
[eiseres] ,v-nummer: [nummer] ,
[eiseres], v-nummer: [nummer] ,
samen: eisers
(gemachtigde: mr. M. Demirtas),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

(gemachtigde: mr. R.S. Helmus).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eisers tegen het bestreden besluit van 15 juni 2023, waarin de staatssecretaris de asielaanvraag van eisers van 11 maart 2023 niet in behandeling heeft genomen omdat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep op 8 augustus 2023, samen met de zaak met zaaknummer NL23.17534, op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eisers en de gemachtigde van de staatssecretaris.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt het niet in behandeling nemen van de asielaanvraag van eisers omdat Duitsland verantwoordelijk is voor hun asielaanvraag. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eisers.
3. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
3.1.
In de gronden van beroep van 23 juni 2023 had eiseres betoogd dat niet Duitsland, maar Griekenland verantwoordelijk is voor de behandeling van haar asielaanvraag. Op de zitting heeft eiseres deze grond laten vallen. Deze grond bespreekt de rechtbank daarom niet.
Totstandkoming van het besluit
4. De Europese Unie heeft gezamenlijke regelgeving over het in behandeling nemen van asielaanvragen. Die staat in de Dublinverordening. Op grond van de Dublinverordening neemt de staatssecretaris een asielaanvraag niet in behandeling als is vastgesteld dat een andere lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan. [1] In dit geval heeft Nederland bij Duitsland een verzoek om terugname gedaan. Duitsland heeft dit verzoek aanvaard.
Kan eiseres een geslaagd beroep doen op artikel 17, eerste lid, van de Dublinverordening?
5. Eiseres betoogt dat de staatssecretaris haar asielverzoek op grond van artikel 17, eerste lid, van de Dublinverordening in behandeling moet nemen. Zij wijst daartoe op de belangen van haar kinderen, haar psychische aandoening en op het reële risico op refoulement.
5.1.
In paragraaf C2/5 van de Vreemdelingencirculaire 2000 staat dat de staatssecretaris terughoudend gebruik maakt van de bevoegdheid om het verzoek om internationale bescherming te behandelen op grond van artikel 17, eerste en tweede lid, van de Dublinverordening. Verder staat er – voor zover van belang – dat de staatssecretaris de bevoegdheid in ieder geval gebruikt in de situatie dat bijzondere, individuele omstandigheden maken dat de overdracht van de vreemdeling aan de voor de behandeling van het verzoek om internationale bescherming verantwoordelijke lidstaat van een onevenredige hardheid getuigt. Gelet op de ruime mate van bestuurlijke vrijheid die de staatssecretaris heeft om deze hardheidsclausule toe te passen, toetst de rechtbank deze beslissing van de staatssecretaris terughoudend.
De belangen van de kinderen van eiseres en de gestelde psychische aandoening van eiseres
5.2.
Eiseres betoogt dat haar kinderen door de Duitse autoriteiten zijn overgedragen aan haar moeder die in Nederland woont. Daarnaast lijdt eiseres aan een psychische aandoening. Gelet hierop heeft de staatssecretaris onvoldoende aandacht besteed aan de belangen van haar kinderen en wat het met hen zal doen wanneer zij gescheiden worden van de moeder van eiseres, hun oma.
5.2.1.
Dit betoog slaagt niet. De staatssecretaris heeft de belangen van de kinderen voldoende meegewogen. Eiseres heeft niet aangetoond dat zij of haar kinderen afhankelijk zijn van de zorg van de moeder van eiseres. Eiseres heeft in het aanmeldgehoor verklaard dat de reisagent haar kinderen naar haar moeder in Nederland heeft gebracht en dat haar moeder de verantwoordelijkheid over de kinderen had totdat eiseres naar Nederland zou komen. De stelling dat de kinderen door de Duitse autoriteiten zijn overgedragen aan de moeder van eiseres is daarmee in strijd. Zij onderbouwt die stelling ook niet.
5.2.2.
De gestelde psychische aandoening van eiseres heeft de staatssecretaris niet tot een ander oordeel hoeven brengen. Zo onderbouwt eiseres niet met medische stukken dat zij lijdt aan een psychische aandoening. Ook als vastgesteld zou kunnen worden dat sprake is van psychische problemen betekent dit nog niet dat eiseres hiervoor geen behandeling zou kunnen krijgen in Duitsland.
5.2.3.
Verder is van belang dat de moeder van eiseres al lange tijd in Nederland woont en inmiddels is genaturaliseerd. Dit maakt dat het haar vrij staat om naar Duitsland te reizen om eiseres en haar kinderen te bezoeken. Niet is gebleken dat deze mogelijkheid niet bestaat.
Reëel risico op indirect refoulement als eiseres wordt overgedragen aan Duitsland
5.3.
Eiseres betoogt dat zij een verhoogd risico loopt op indirect refoulement als zij wordt teruggestuurd naar Duitsland. Uit het meest recente AIDA-rapport [2] blijkt namelijk dat Duitsland nog wel Dublinclaimanten overdraagt aan Griekenland. Er zijn in 2022 meer dan 9000 Dublinclaims op Griekenland gelegd. Voor Griekenland kan niet meer worden uitgegaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel, dus vreest eiseres voor indirect refoulement.
5.3.1.
Dit betoog slaagt ook niet. De staatssecretaris stelt zich niet ten onrechte op het standpunt dat eiseres onvoldoende onderbouwt dat zij te vrezen heeft voor indirect refoulement. Uit het door eiseres aangehaalde AIDA-rapport blijkt dat Duitsland wel Dublinclaims op Griekenland legt, maar dat er in 2022 geen enkele overdracht heeft plaatsgevonden. In 2021 was dat er één en in 2020 waren dat er vier. Deze aantallen zijn onvoldoende om te vrezen dat eiseres daadwerkelijk als Dublinclaimant zal worden overgedragen naar Griekenland. Dat door de Duitse autoriteiten nog steeds Dublinclaims op Griekenland worden gelegd, is daarvoor onvoldoende. Daarbij komt dat de Duitse autoriteiten met het claimakkoord van 28 april 2023 hebben gegarandeerd dat zij het asielverzoek van eiseres in behandeling zullen nemen.
Toepassing artikel 17 van de Dublinverordening
5.4.
De staatssecretaris, gelet op hetgeen is overwogen onder 5.2 tot en met 5.3.1, voldoende heeft gemotiveerd waarom geen gebruik wordt gemaakt van de discretionaire bevoegdheid van artikel 17 van de Dublinverordening.

Conclusie en gevolgen

6. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat de staatssecretaris de aanvraag terecht niet in behandeling heeft genomen. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.P.C.G. Derksen, rechter, in aanwezigheid van mr. T.M.T. Brandsma, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Dit staat ook in artikel 30, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000.
2.AIDA Country Report: Germany, 2022 update: April 2023.