In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 juli 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over een omgevingsvergunning. Eiseres, Stichting SOS Den Haag, heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, dat op 10 april 2020 een omgevingsvergunning heeft verleend voor het veranderen van woningen en een horeca-inrichting tot woonfunctie. Eiseres betwistte de verleende vergunning, met name op het gebied van de parkeerbehoefte en de strijdigheid met het bestemmingsplan. De rechtbank heeft de zaak op 20 juni 2023 behandeld, waarbij de gemachtigden van eiseres en verweerder aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de vergunninghouder.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het primaire besluit, dat de vergunning verleende, gebaseerd was op een onjuist uitgangspunt met betrekking tot de parkeerbehoefte. Verweerder had de bezwaren van eiseres ongegrond verklaard, ondanks het advies van de adviescommissie bezwaarschriften, die had geadviseerd het bezwaar gegrond te verklaren. De rechtbank oordeelde dat de saldering van parkeerbehoefte, die verweerder had toegepast, niet correct was, omdat de bestemming van het perceel was gewijzigd en de horeca-functie niet meer was toegestaan. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de aanvraag om de omgevingsvergunning niet in strijd is met het Bouwbesluit en de Bouwverordening, maar dat de berekening van de parkeerbehoefte niet op een draagkrachtige motivering berustte. Eiseres heeft recht op vergoeding van het griffierecht, maar er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om in hoger beroep te gaan.