ECLI:NL:RBDHA:2023:1302

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 februari 2023
Publicatiedatum
8 februari 2023
Zaaknummer
NL22.20874,NL22.20876, NL22.20878
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • R.A. Karsten - Badal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielprocedure van Ugandese nationaliteit

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 2 februari 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van asielaanvragen van een gezin van Ugandese nationaliteit. De verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. E.R. Hagenaars, hadden eerder aanvragen ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 14 oktober 2022 waren afgewezen als kennelijk ongegrond. De verzoekers hebben hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 8 december 2022 in Breda, waar de verzoekers, bijgestaan door hun gemachtigde en een tolk, aanwezig waren. De staatssecretaris werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting is het verzoek om voorlopige voorziening behandeld, maar op de datum van de uitspraak had de rechtbank al uitspraak gedaan op de beroepen in samenhang met andere zaken. Hierdoor was de noodzaak voor een voorlopige voorziening komen te vervallen.

De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. R.A. Karsten - Badal en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de Rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummers: NL22.20874, NL22.20876 en NL22.20878

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[naam 1], verzoeker

V-nummer: [nummer]
[naam 2],verzoekster
V-nummer: [nummer]
en de minderjarige kinderen,
[naam 3]
V-nummer: [nummer]
[naam 4]
V-nummer: [nummer]
Tezamen te noemen: verzoekers
(gemachtigde: mr. E.R. Hagenaars),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. H.J. Metselaar).

Procesverloop

Bij besluiten van 14 oktober 2022 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de aanvragen van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaken NL22.20873, NL22.20875 en NL22.29877 op 8 december 2022 te Breda op zitting behandeld. Verzoekers zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. Als tolk is verschenen S. Breukel. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Verzoeker is geboren op [geboortedatum 1] 1986, verzoekster is geboren op [geboortedatum 2] 1991 en de minderjarige kinderen zijn geboren op respectievelijk [geboortedatum 3] 2017 en [geboortedatum 4] 2019. Zij stellen allen van Ugandese nationaliteit te zijn.
2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummers NL22.20873, NL22.20875 en NL22.29877 heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.A. Karsten - Badal, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.S.D.C.J. Verheezen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.