ECLI:NL:RBDHA:2023:13295
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- M.J. van der Meer
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag tot verlening van een machtiging voor voorlopig verblijf
In deze zaak hebben eisers, drie minderjarigen van Syrische nationaliteit, beroep ingesteld tegen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid omdat er niet tijdig is beslist op hun aanvraag voor een machtiging voor voorlopig verblijf (mvv), ingediend op 4 augustus 2022. De staatssecretaris heeft geen verweerschrift ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris uiterlijk op 1 februari 2023 had moeten beslissen, maar dit is niet gebeurd. Eisers hebben de staatssecretaris op 21 februari 2023 in gebreke gesteld, maar er is sindsdien geen besluit genomen.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het niet nodig was om partijen uit te nodigen voor een zitting, conform artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft de staatssecretaris opgedragen om binnen acht weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen op de aanvraag van eisers. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. De rechtbank heeft de verbeurde dwangsom vastgesteld op € 1.442,-, omdat meer dan 42 dagen zijn verstreken sinds de ingebrekestelling.
Omdat het beroep gegrond is verklaard, zijn eisers vrijgesteld van het betalen van griffierecht en hebben zij recht op een vergoeding van de proceskosten, die door de staatssecretaris moet worden betaald. De proceskostenvergoeding is vastgesteld op € 418,50. De uitspraak is op 5 september 2023 bekendgemaakt.