Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[Naam], verzoeker,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 augustus 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om proceskostenveroordeling na een beroep tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Verzoeker had op 17 augustus 2023 een maatregel van bewaring opgelegd gekregen, waartegen hij beroep instelde. Dit beroep werd tevens aangemerkt als een verzoek om schadevergoeding. Op 22 augustus 2023 heeft de staatssecretaris de maatregel van bewaring opgeheven en op 25 augustus 2023 werd meegedeeld dat er bereidheid was om schadevergoeding en proceskosten te vergoeden. Verzoeker trok op 29 augustus 2023 zijn beroep in, met het verzoek om vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak gedaan op het verzoek om proceskostenveroordeling. De rechtbank overweegt dat, wanneer een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener, de rechtbank op verzoek van de indiener het bestuursorgaan kan veroordelen in de proceskosten. Aangezien de staatssecretaris heeft toegezegd de proceskosten te vergoeden, heeft de rechtbank dit verzoek toegewezen. De kosten voor de rechtsbijstand zijn vastgesteld op € 837, gebaseerd op de regels van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb).
De rechtbank heeft verweerder veroordeeld in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 837. Deze uitspraak is gedaan door rechter E.F. Bethlehem, in aanwezigheid van griffier J. de Winter, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.