ECLI:NL:RBDHA:2023:1350
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag en verzoek om voorlopige voorziening wegens vertrek met onbekende bestemming
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 7 februari 2023, is het beroep van eiser en zijn verzoek om een voorlopige voorziening tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, van Tunesische nationaliteit, heeft op 24 januari 2023 met onbekende bestemming het land verlaten en heeft sindsdien geen contact meer onderhouden met zijn gemachtigde. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de asielaanvraag van eiser op 10 januari 2023 afgewezen als kennelijk ongegrond, waarbij een vertrektermijn werd onthouden en een inreisverbod werd opgelegd. Tijdens de zitting op 7 februari 2023 was alleen de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig, terwijl eiser en zijn gemachtigde niet verschenen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser kennelijk geen procesbelang meer heeft bij het beroep en het verzoek om een voorlopige voorziening, aangezien hij met onbekende bestemming is vertrokken en geen contact heeft onderhouden met zijn gemachtigde. De rechtbank concludeert dat, volgens vaste rechtspraak, een vreemdeling die zonder contact met zijn gemachtigde vertrekt, geen prijs meer stelt op de bescherming die hij in Nederland zocht. Daarom heeft de rechtbank het beroep en het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op dezelfde dag en er is een rechtsmiddel tegen de uitspraak mogelijk, met uitzondering van het verzoek om een voorlopige voorziening.