Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten
- ‘Accommodatie’ (dit betreft het verblijf in een hotel), waarbij als datum van reservering staat “05-2022”;
- ‘Auto-/motorhuur’ (dit betreft de huur van een auto in Griekenland), waarbij als datum van reservering staat “24-05-2022”;
- ‘Vervoer’ (dit betreft de vlucht van Schiphol naar Griekenland en de vlucht van Griekenland naar Schiphol), waarbij als datum van reservering staat “05-2022”;
- ‘Overige / Arrangement’ (dit betreft stoel-/zitplaatsreservering), waarbij als datum van reservering staat “18-05-2022”.
3.Het geschil
- alle registraties die zij heeft gedaan in de Gebeurtenissenadministratie, het IVR, het EVR en bij het CBV ongedaan te maken en alle meldingen of registraties die blijken uit het Centraal Informatiesysteem de in Nederland werkzame verzekeringsmaatschappijen (Stichting CIS) te verwijderen, op straffe van een dwangsom;
- € 2.950,90 aan [eiser] te betalen;
4.De beoordeling van het geschil
geboekt. In die schriftelijke toelichting ziet [eiser] de termen ‘boeken’ en ‘betalen’ ook als losstaand, nu hij expliciet schrijft dat hij bij het reisbureau de mogelijkheid heeft ‘om de reis te boeken en in delen te kunnen betalen’. Verder stelt hij in die toelichting – onjuist – dat hij in het telefoongesprek op 4 juni 2022 zou hebben verklaard dat hij de reis begin of half mei zou hebben geboekt, waarmee hij die boekingsdatum dus ook loskoppelt van de laatste betaling voor de reis. Over die betalingsdatum neemt [eiser] weliswaar ook wisselende stellingen in, maar deze was volgens de eigen stellingen van [eiser] in elk geval eind mei of begin juni en dus niet begin of half mei. Verder schrijft [eiser] dat hij op 13 juni 2022 de polisvoorwaarden had gelezen en daarvan was geschrokken, omdat hij er toen achter kwam dat hij de reis minder dan twee weken voor het afsluiten van de verzekering geboekt had moeten hebben. Hieruit valt ook af te leiden dat voor [eiser] in elk geval op dat moment duidelijk was dat de boekingsdatum iets anders is dan de datum van betaling van de reis.
- hij wist dat de boekingsdatum iets anders was dan de datum van (volledige) betaling van de reis,
- hij het deed voorkomen alsof hij in het gesprek op 4 juni 2022 heeft verklaard dat hij de reis begin of half mei 2022 heeft geboekt en dat hem was bevestigd dat die reis onder de annuleringsverzekering viel,
- hij in elk geval op 14 juni 2022 wist dat een annuleringsverzekering binnen twee weken na het boeken van de reis afgesloten moest zijn,