In deze zaak heeft eiseres, die voorheen als administratief medewerkster werkte, zich op 10 mei 2009 ziekgemeld vanwege gezondheidsklachten. Na een WIA-uitkering die op 8 mei 2011 werd toegekend, is deze per 9 juli 2018 beëindigd omdat eiseres minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Eiseres heeft bezwaar aangetekend tegen de beslissing van het UWV om haar uitkering niet te herleven na een herbeoordeling op 15 januari 2020, waarbij het UWV concludeerde dat er geen toegenomen arbeidsongeschiktheid was. De rechtbank heeft het beroep van eiseres tegen deze beslissing beoordeeld en vastgesteld dat het UWV terecht heeft geoordeeld dat eiseres op de genoemde datum niet toegenomen arbeidsongeschikt was. De rechtbank oordeelde dat het medisch onderzoek door de verzekeringsarts B&B zorgvuldig was uitgevoerd en dat er geen nieuwe medische informatie was die de conclusie van het UWV kon weerleggen. Eiseres had verzocht om een onafhankelijke deskundige, maar de rechtbank oordeelde dat dit niet nodig was, aangezien eiseres voldoende gelegenheid had gehad om haar standpunt te onderbouwen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de beslissing van het UWV.