ECLI:NL:RBDHA:2023:13595

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 september 2023
Publicatiedatum
8 september 2023
Zaaknummer
C/09/637683 / HA ZA 22-930
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • G.M.A. van Zaltbommel - Uittenbogaard
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil tussen kwekers over onbetaalde facturen en minimumafname van nutsvoorzieningen

In deze bodemzaak, uitgesproken door de Rechtbank Den Haag op 6 september 2023, gaat het om een geschil tussen twee kwekers, [de V.O.F.] en Agro Group B.V., over onbetaalde facturen voor de levering van nutsvoorzieningen zoals gas, elektriciteit en CO2. [de V.O.F.] heeft Agro sinds 2021 voorzien van deze nutsvoorzieningen, maar Agro heeft een aantal facturen niet betaald, wat heeft geleid tot een rechtszaak. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een overeenkomst was tussen partijen waarin een minimale afname van gas was overeengekomen. Agro heeft betwist dat deze minimale afname van toepassing was, maar de rechtbank oordeelde dat Agro niet voldoende bewijs had geleverd om deze stelling te onderbouwen. De rechtbank heeft de vorderingen van [de V.O.F.] grotendeels toegewezen, inclusief de betaling van een bedrag van € 32.841,20 aan onbetaalde facturen, en heeft Agro veroordeeld in de proceskosten. In reconventie heeft Agro vorderingen ingesteld voor onterecht in rekening gebrachte kosten, maar deze zijn afgewezen. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat Agro verantwoordelijk is voor eventuele naheffingen van de belastingdienst met betrekking tot energiebelasting en opslag duurzame energie.

Uitspraak

RECHTBANK Den Haag

Team handel
Zaaknummer: C/09/637683 / HA ZA 22-930
Vonnis van 6 september 2023
in de zaak van
[de V.O.F.]te [plaats] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat: mr. M.J.H. van Baalen te Veenendaal,
tegen
AGRO GROUP B.V.te Den Haag,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat: mr. P.H.J. Körver te Den Haag.
Partijen worden hierna [de V.O.F.] en Agro genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 2 november 2022, met de producties 1 tot en met 17;
  • de conclusie van antwoord in conventie tevens houdende eis in reconventie, met de producties 1 tot en met 7;
  • de conclusie van antwoord in reconventie, met de producties 18 tot en met 21;
  • het tussenvonnis van 8 maart 2023 waarbij een mondelinge behandeling is bevolen;
  • de brief van mr. Körver van 8 juni 2022, met productie 8;
- de akte overlegging producties van 19 juni 2023 van [de V.O.F.] , met productie 22;
- de akte verandering van eis van [de V.O.F.] van 19 juni 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op 19 juni 2023. Tijdens de mondelinge behandeling hebben partijen - mede naar aanleiding van vragen van de rechtbank - hun standpunten toegelicht. De aantekeningen die de griffier heeft gemaakt tijdens de mondelinge behandeling bevinden zich in het procesdossier.
1.3.
Ten slotte is een datum voor vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[de V.O.F.] , een glastuinbouwbedrijf, houdt zich bezig met de teelt van groenten (zoete punt paprika’s). Eind 2007 heeft [de V.O.F.] een kas, gelegen aan de [adres] (hierna: de kas), verkocht en geleverd aan [Naam] (hierna: [Naam] ). [de V.O.F.] is gevestigd naast de kas.
2.2.
Agro is een bedrijf dat zich richt op arbeidsbemiddeling. Agro teelt daarnaast komkommers en pachtte daartoe sinds eind 2021 de kas van [Naam] .
2.3.
De kas heeft geen eigen nutsvoorzieningen. Sinds 2021 levert [de V.O.F.] gas, elektriciteit en CO2 aan Agro. De kas ontvangt de voorzieningen vanuit de opstanden van [de V.O.F.] .
2.4.
[Naam] heeft de kas verpacht aan Agro voor de periode 1 november 2021 tot en met 30 oktober 2024.
2.5.
De pachtovereenkomst bepaalt ten aanzien van de nutsvoorzieningen:
artikel 6(…)
3. Bij aanvang van de pachttermijn komen ook de betreffende gas-, elektriciteits- en drinkwatermeters op naam te staan van de pachter. De pachter zal zorgdragen voor de betaling van de gas-, elektriciteits- en leidingwaterverrekening (w.o. tevens begrepen het vastrecht en meterhuur) ten behoeve van de onderneming.
(…)
bijzondere bepalingen
artikel 16(…)
3.Warmte-, elektra- en CO2 levering:Het hierbij verpachte wordt voorzien van warmte, elektra en CO2 via het naastgelegen glastuinbouwbedrijf ( [de V.O.F.] ). Pachter en [de V.O.F.] zullen zelf onderlinge afspraken maken omtrent de levering van warmte, elektra en CO2. (…).”
De bijlagen bij de pachtovereenkomst vermelden, voor zover relevant:
OMSCHRIJVING REGISTERGOED
TUINLAND:
Oppervlakte: 14.625 m2
(…)
NUTSVOORZIENINGEN:
- gas via buren;
- elektra via buren;
(…)
-CO2 via buren;
(…)
TECHNISCHE INSTALLATIES:
Klimaatregeling
Priva klimaatcomputer, type 750, bjr. 2008, voor de sturing van het weerstation computer via buren, lucht,verwarming, scherm, CO2 en watertechnische voorzieningen.
Verwarming
- via naburig bedrijf.”
2.6.
Per e-mail van 5 november 2021 heeft [de directeur] , directeur van Agro, aan [de V.O.F.] het volgende bericht:
“Graag wil ik het gas en elektrameters opvragen van [adres] gevestigd in [plaats] .
• Per 15 november 2021 staat het op naam van Agro (…)• Gebruik zal ongeveer op 15 maart 2022 beginnen.• Bij gebruik van gas mag je elke week factuur opsturen.• Bij gebruik van elektra mag je elke maand factuur opsturen.”2.7. Bij e-mail van 17 november 2021 heeft [de V.O.F.] aan Agro bericht:
“• De Elektrameter staat per 15 november 2021 op 428.860 Kwh. Ter info de meterstanden worden wekelijks opgenomen en doorgegeven.• Warmte meter is een weekmeter, staat nu op 0. Deze wordt ook wekelijks opgenomen.• Vraag is of jullie gebruik willen maken van CO2, huidig bedrag hiervoor is momenteel maandelijks € 1410,-.• Elektra zullen we maandelijks belasten• Gas/Warmte wekelijks.(…)• Er moet wel een zekerheid geplaatst worden voor er geleverd kan worden met deze energieprijzen (…).”2.8. Bij e-mail van 1 december 2021 aan Agro heeft [de V.O.F.] laten weten dat zij een bespreking wenste in verband met de volgende punten:
“Openstaande punten;(…)• Zekerheidstelling energieleveringen
Ocap maand kosten nu € 1410,--, wanneer geen snelle reactie zeg ik de totale Co2 voor jullie bedrijf af.• Vaste kosten energieleveringen• Vanaf 1 april kunnen we energie waarschijnlijk onder de dag gasprijs leveren, met zekerheidstelling.• Hoe om te gaan met de kosten van de instalatie?”
2.9.
Deze bespreking heeft op 3 december 2021 plaatsgevonden. Partijen spraken af dat [de V.O.F.] elektra, gas en CO2 zal leveren aan Agro.
2.10. Bij e-mail van 8 december 2021 heeft Agro aan [de V.O.F.] meegedeeld:
“Zoals afgelopen vrijdag 03 december 2021 bij jou op locatie gesproken mail ik de planning wat wij verwachten te gebruiken. Ik heb echter nog een vraag; is het mogelijk om het te veel ingekochte gas terug te verkopen?”
2.11.
Op 31 december 2021 heeft [de V.O.F.] factuur 2146 over december 2021 ten bedrage van € 1.148,34 aan Agro gestuurd. Dit betrof uitsluitend vaste kosten van de warmtelevering (omgerekend naar gas). Aan gasverbruik is vermeld “0 m3”.
2.12.
Per e-mail van 28 februari 2022 heeft [de V.O.F.] aan Agro bericht:
“In de bijlage de energieovereenkomst 2022, incl de maand hoeveelheden, echter hebben jullie aangegeven maart en april ook maar 0,5 per week te gaan verbruiken.”Bijgevoegd was het document “
Levering warmte en elektra voor [de B.V.] [adres] ”.
Dit document vermeldt, voor zover relevant:
GAS
Bij levering vanwarmteaan het bedrijf word er omgerekend naar M3 gas, de meter word wekelijks opgenomen en daar wordt een mail van verstuurd. De prijs wordt twee wekelijks vastgesteld, de werkelijke inkoopprijs wordt door gerekend, incl transsportkosten en energie belasting. Iedere twee weken word er een rekening verstuurd (…). De maximum prijzen voor maart € 0,45 en voor april t/m september maximaal € 0.35 zijn vast gesteld, oktober november en december kan waarschijnlijk ook weer voor maximaal 0,45 maar dit kunnen we niet garanderen. De vast gelegen hoeveelheid gas is 0,5 m3 per week, wanneer hiervan overschrijding, moet dit van ter voren gemeld worden en wordt de prijs hiervan naderhand bepaald.
ELEKTRA
De elektra meters worden wekelijks opgenomen en maandelijks gefactureerd. (…). Bij levering van elektriciteit aan het bedrijf zijn de kosten evenredig aan de inkoop kosten [X] aangezien dit ook merendeel ingekocht moet worden. Ook worden maandelijks de bijkomende kosten in rekening gebracht.
CO2Al de benodigde Co2 wordt geleverd met enige beperking, uitgezonderd het volgende:Aangezien de wkk niet veel overdag draait, is er in het weekend en door de week een tekort aan Co2 hier is een OCAP aansluiting voor afgesloten deze wordt door de partijen samen betaald. [X] 34.200 m2 en [de B.V.] 12.400 m2 in totaal 46.600 m2. Het maand bedrag is ex. Btw € 700,-- maand is voor kosten van het bedrijf van . Echter dit is niet afdoende voor de totale Co2 voorziening, de hoeveelheid te doseren CO2 moet in samenspraak met [de V.O.F.] [plaats] bepaald worden. Bij te hoge afnemen wordt er af geschakeld.”2.13. Agro is de nutsvoorzieningen van [de V.O.F.] gaan afnemen. Zij heeft de facturen van [de V.O.F.] gedeeltelijk voldaan.
2.14.
Op 3 augustus 2022 heeft [de V.O.F.] aan Agro bericht:
“Als de gasfacturen niet betaald worden zijn wij genoodzaakt de elektra leveringen op het bedrijf van [de bestuurder] [de bestuurder van Agro, rechtbank] stop te zetten. Vanwege het feit dat we hebben afgesproken dat [de bestuurder] maar de helft van de werkelijke CO2 kosten hoeft te betalen (dit is een onderdeel van de factuur) sluit ik deze per direct af bij het niet betalen van de gas facturen.”2.15. Agro heeft de volgende facturen van [de V.O.F.] voor nutsvoorzieningen (tot een totaalbedrag van € 45.014,11, inclusief BTW), onbetaald gelaten:
- nr. 2225 van 31 juli 2022, periode juli (weken 27 t/m 30) van € 5.701,22 (hiervan is
€ 700 betaald);
- nr. 2233 van 30 augustus 2022, periode augustus (weken 31 t/m 34) van € 5.295,88;
- nr. 2236 van 6 september 2022, periode juli, van € 4.087,19;
- nr. 2237 van 6 september 2022, periode augustus, van € 4.087,19;
- nr. 2238 van 4 oktober 2022, periode september (weken 35 t/m 39), van € 13.603,64;
- nr. 2239 van 4 oktober 2022, periode oktober (weken 40 t/m 43), van € 11.326,72;
- nr. 2240 van 4 oktober 2022, periode september (weken 35 t/m 39), van € 817,10;
- nr. 2241 van 4 oktober 2022, periode oktober (weken 40 t/m 43), van € 795,17.
2.16.
Op 31 augustus 2022 heeft Agro [de V.O.F.] gedagvaard in kort geding. Op 6 september 2022 heeft een zitting plaatsgevonden tussen partijen. Tijdens de zitting zijn partijen ter beëindiging van het geschil onder meer het volgende overeengekomen:
“1. Eiseres zal uiterlijk op 9 september 2022 een bedrag van € 15.000, in depot stellen op de derdengeldrekening van mr. Körver. Dit bedrag ziet op gas, C02, vastrecht en de huur van -de gasmeter over de maanden juli en augustus 2022, op straffe van verbeurte van een onmiddellijk opeisbare boete van € 500,= per dag, met een maximum van € 15.000,=;
2. Eiseres zal de facturen voor gas/elektra en C02 en bijkomende kosten over de maanden september 2022 en oktober 2022 onverkort en tijdig voldoen, onder protest van gehoudenheid. [de V.O.F.] zal daartegenover elektra, gas en C02 leveren.
3. Vanaf 1 november 2022 levert [de V.O.F.] geen gas, C02 en elektra meer aan eiseres. De overeenkomst tussen partijen is per die datum geëindigd, zo zijn partijen vandaag overeengekomen;
4. Partijen zullen in een bodemprocedure een uitspraak vragen over de bestemming van het bedrag in depot, tenzij zij tot een minnelijke regeling komen;”
2.17.
Agro heeft Sterk Staaltjes Advies (hierna: Sterk Staaltjes) benaderd voor een facturatiecontrole. Sterk Staaltjes heeft haar bevindingen neergelegd in het rapport van 5 oktober 2022. Sterk Staaltjes concludeert dat [de V.O.F.] een bedrag van € 26.663,25 teveel in rekening heeft gebracht aan gas en dat € 8.809,60 ten onrechte in rekening is gebracht aan energiebelasting en opslag duurzame energie. Verder concludeert Sterk Staaltjes dat
€ 750,44 aan transportkosten, € 735,44 aan huur gasmeter en € 1.000 aan CO2 ten onrechte door [de V.O.F.] aan Agro in rekening is gebracht. Dit brengt Sterk Staaltjes op een totaalbedrag van € 37.958,73 aan onverschuldigde bedragen.
2.18.
Op verzoek van [de V.O.F.] heeft Finqa Schade Expertise (hierna: Finqa) op 5 juni 2023 een contra-rapportage uitgebracht. Dit rapport vermeldt onder meer het volgende:
“Korte samenvatting Rapportage Control facturatie levering warmte en elektriciteit Agro.
Facturatie warmtelevering:
- Agro is verplicht tot minimale afname, die zij zelf hebben bepaald en bevestigd.
- [de V.O.F.] heeft zich zeer coulant opgesteld t.o.v. deze minimum afname (80% gefactureerd)
- correctie op prijs september is juist, € 0,35 per m3 ipv € 0,45 per m3.
- [de V.O.F.] heeft dagelijks de meterstanden genoteerd en deze gedeeld met Agro.
- tussen 18 mei en 2022 en 1 oktober 2022 is er door Agro Group wel gas verbruikt, blijkt uit warmtemeterstanden.
- Energiebelasting en ODE gas: op warmteleveringen is alleen heffing op ketelgas toegestaan. Dit is door [de V.O.F.] niet te achterhalen, waardoor deze heffing niet mag worden toegepast. Hierbij wordt een voorbehoud gemaakt, indien de belastingdienst deze kosten alsnog claimt van [de V.O.F.] .
- transportkosten zijn op basis van werkelijke facturen berekend en naar rato belast aan Agro.
- meterkosten zijn op basis van de werkelijke facturen berekend en per bedrijf voor 50% belast.
- Op basis van deze gegevens zal [de V.O.F.] een correctiefactuur van euro 81.943,29 minus euro 69.032,70 is euro 12.910,59 credit aan Agro Group moeten sturen.”

3.Het geschil

in conventie
3.1.
[de V.O.F.] vordert, na wijziging van eis, dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I voor recht verklaart dat Agro toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst;
II voor recht verklaart dat als de belastingdienst een naheffing vordert van [de V.O.F.] ten aanzien van de energiebelasting en opslag duurzame energie (ODE), Agro dit bedrag aan [de V.O.F.] dient te vergoeden, binnen veertien dagen nadat [de V.O.F.] de naheffing heeft voorgelegd aan Agro met verzoek om dat bedrag aan haar te vergoeden;
III Agro veroordeelt om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te voldoen:
a) een bedrag van € 27.141,49, exclusief BTW, zijnde € 32.841,20 inclusief BTW;
b) een bedrag van € 1.046,41 respectievelijk € 1.103,42 aan buitengerechtelijke kosten;
c) met de wettelijke rente over a) en b) vanaf de dag van verschuldigdheid tot aan de dag van algehele voldoening;
IV Agro veroordeelt in de kosten van de procedure en nakosten, met de wettelijke rente daarover vanaf de veertiende dag na dagtekening van het vonnis tot aan de algehele voldoening.
3.2.
Hieraan legt [de V.O.F.] , samengevat, de volgende stellingen ten grondslag. Partijen hebben een overeenkomst gesloten op grond waarvan [de V.O.F.] aan Agro gas, elektriciteit en CO2 heeft geleverd terzake waarvan Agro een vergoeding verschuldigd is. Partijen zijn een minimale gasafname overeengekomen. Die minimale afnamehoeveelheid heeft Agro bij e-mail van 8 december 2021 opgegeven. De afspraken zijn vervolgens vastgelegd in de op 28 februari 2022 aan Agro toegezonden energieovereenkomst. [de V.O.F.] heeft vanaf december 2021 gas, elektriciteit en CO2 aan Agro geleverd. Agro heeft gedurende de eerste maanden de facturen voldaan, maar zij heeft de onder 2.14 bedoelde facturen (gedeeltelijk) onbetaald gelaten. De factuurbedragen zijn - gelet op de bevindingen van de deskundige Finqa - tot een bedrag van € 32.841,20, inclusief BTW, terecht in rekening gebracht. Daarnaast dient Agro aan [de V.O.F.] een eventuele naheffing (van € 9.676,36) aan [de V.O.F.] te vergoeden. Ten slotte is Agro de door [de V.O.F.] gemaakte buitengerechtelijke kosten verschuldigd.
3.3.
Agro concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [de V.O.F.] dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [de V.O.F.] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [de V.O.F.] in de kosten van deze procedure.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
in reconventie
3.5.
Agro vordert dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [de V.O.F.] veroordeelt:
I tot betaling aan Agro van € 37.958,73 aan ten onrechte in rekening gebrachte kosten;
II tot betaling van € 6.723,01 ter zake van de onverschuldigde betaling van de factuur van 30 juni 2022; en
III vergoeding van de door Agro als gevolg van voormelde tekortkoming geleden schade inzake winstderving voor wat betreft de komkommeroogst, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet en te vermeerderen met de wettelijke rente;
IV in de kosten van de procedure.
3.6.
Agro legt aan haar vorderingen, samengevat, de volgende stellingen ten grondslag.
[de V.O.F.] heeft - gelet op de bevindingen van de deskundige Sterk Staaltje - een bedrag van € 37.958,73 teveel in rekening gebracht. Daarnaast heeft Agro de factuur 2219 van 30 juni 2022 onverschuldigd betaald, nu zij in de periode vanaf begin mei tot en met 9 september 2022 geen gas heeft afgenomen. Eind september/begin oktober 2022 is de temperatuur in de kas enorm toegenomen door toedoen van [de V.O.F.] . Hierdoor heeft Agro minder kilo’s komkommers kunnen telen en heeft Agro winst gederfd, die zij begroot op tenminste € 180.000.
3.7.
[de V.O.F.] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Agro, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van Agro, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Agro in de kosten van deze procedure.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie
hoofdsom van € 32.841,20 (inclusief BTW)
4.1.
Tussen partijen staat vast dat zij een overeenkomst, door [de V.O.F.] op 28 februari 2022 aan Agro toegezonden, hebben gesloten op grond waarvan [de V.O.F.] aardwarmte (omgerekend naar m3 gas), elektriciteit en CO2 heeft geleverd aan Agro waarvoor zij aan [de V.O.F.] een vergoeding in geld verschuldigd was. Ook staat tussen partijen vast dat zij de overeenkomst per 1 november 2022 met wederzijds goedvinden hebben beëindigd.
4.2.
Verder is niet in geschil dat Agro in maart en april 2022 gas heeft afgenomen van [de V.O.F.] . Over die periode heeft Agro de facturen van [de V.O.F.] ook voldaan. De vordering van [de V.O.F.] ziet op de facturen over de periode juli, augustus, september en oktober 2022. Het meest verstrekkende verweer van Agro is dat zij de facturen niet hoeft te betalen omdat zij vanaf mei 2022 geen gas meer heeft gebruikt. Of Agro in die periode geen gas heeft verbruikt, kan de rechtbank in het midden laten, omdat zij met [de V.O.F.] van oordeel is dat partijen zijn overeengekomen dat Agro minimaal 0,5 m3 gas per week/m2 zou afnemen. Meer afname (tegen een andere prijs) was mogelijk, maar minder niet. Dat wordt als volgt toegelicht.
4.3.
[de V.O.F.] legt aan haar stelling dat partijen een minimale gasafname zijn overeengekomen ten grondslag dat zij tijdens de bespreking van 3 december 2021 aan Agro heeft uitgelegd dat [de V.O.F.] twee warmtebronnen heeft, namelijk i) een aardwarmtebron van een derde (Trias) en ii) een (duurdere) warmtekrachtkoppeling, waarmee [de V.O.F.] uit gas extra warmte en elektriciteit maakt voor de koudere maanden december tot en met april. Agro zou tot en met april uit deze veel duurdere bron warmte ontvangen. [de V.O.F.] zou hierop toeleggen en zou dat terugverdienen in de zomermaanden als de aardwarmtebron overcapaciteit heeft. Daarom zou Agro elk jaar in februari opgeven hoeveel warmte zij wenste te ontvangen. Die warmte zou [de V.O.F.] inkopen, minder was niet mogelijk. Daarom zijn partijen een minimale gasafname door Agro overeengekomen, die Agro binnen enkele dagen mocht doorgeven aan [de V.O.F.] , zoals zij heeft gedaan per e-mail van 8 december 2021.
4.4.
Agro stelt zich op het standpunt dat partijen geen minimale gasafname overeengekomen. Zij betwist dat [de V.O.F.] op 3 december 2021 de door haar gestelde toelichting heeft gegeven. Agro heeft echter niet duidelijk gemaakt wat partijen volgens haar op 3 december 2021 wel hebben besproken. Dat had wel van haar mogen worden verwacht, omdat Agro kort na deze bespreking bij haar e-mail van 8 december 2021 heeft opgegeven hoeveel gas zij in 2022 verwachtte te gaan gebruiken - zoals [de V.O.F.] onvoldoende weersproken heeft gesteld 0,5 m3 per week/m2 kas - en Agro daarbij heeft gevraagd of het teveel ingekochte gas kon worden terugverkocht. Deze vraag duidt erop dat Agro zich ervan bewust was dat, als zij minder dan de opgegeven hoeveelheid gas zou gebruiken, zij toch de opgegeven hoeveelheid zou moeten betalen. Meer afnemen is mogelijk op aanvraag, minder afnemen is niet mogelijk.
4.5.
Daarbij komt dat ook de energieovereenkomst (het document als bedoeld onder 2.12) de stelling van [de V.O.F.] ondersteunt, nu daarin is bepaald:
“De vast gelegen hoeveelheid gas is 0,5 m3 per week”. Deze energieovereenkomst is weliswaar niet ondertekend, maar Agro heeft daartegen nooit geprotesteerd en heeft bovendien in april en maart telkens € 700 (excl. BTW) voor de afgenomen CO2 betaald, in overeenstemming met het bepaalde in de energieovereenkomst. Niet in geschil is, dat op basis van 0,5 m3 per week/m2 (0,5 m3 x 12.400 m2 =) 6.200 m3 gas door Agro zou worden gebruikt. Blijkens de facturen 2207, 2210 en 2213 (productie 2 van Agro) heeft Agro in maart en april 2022 minder dan 6.200 m3 per week verbruikt en [de V.O.F.] heeft op basis van dat mindere ook gefactureerd. Toch brengt dit niet zonder meer mee dat partijen geen minimale gasafname zijn overeengekomen, omdat [de V.O.F.] in de facturen waarvan zij nu betaling vordert is uitgegaan van minimaal 2.000 tot 4.000 m3 per week, dus minder dan 6.200 m3. Gelet op wat hiervoor is overwogen heeft Agro onvoldoende gemotiveerd betwist dat partijen een minimale gasafname van 6.200 m3 per week zijn overeengekomen.
4.6.
Vaststaat dat [de V.O.F.] over de maanden juli tot en met oktober 2022 minder gas heeft gefactureerd dan de minimale hoeveelheid van 6.200 m2. Hieruit volgt dat Agro de facturen voor de in rekening gebracht hoeveelheid gas verschuldigd is, ongeacht de vraag of zij in die maanden gas heeft afgenomen.
4.7.
Vervolgens is aan de orde het verweer van Agro dat er, gelet op de bevindingen van de deskundige Sterk Staaltje, door [de V.O.F.] onverschuldigde bedragen in rekening zijn gebracht. Het gaat om i) een te hoge gasprijs van € 0,45 per m3 over september 2022 (dat moet € 0,35 zijn), ii) energiebelasting en opslag duurzame energie (€ 8.809,60), iii) transportkosten (€ 750,44), iv) huur gasmeter (€ 735,44) en v) CO2 kosten (€ 1.000).
4.8.
[de V.O.F.] betwist gemotiveerd de inhoud van het door Sterk Staaltje opgemaakte rapport en de rechtbank hecht aan dat rapport geen doorslaggevende betekenis toe. Door Agro is namelijk niet aannemelijk gemaakt dat Sterk Staaltje een deskundige is inzake het al dan niet te veel betalen voor elektra, gas en CO2. Niet gebleken is dat Sterk Staaltje eigen onderzoek heeft verricht naar de berekeningen van [de V.O.F.] . Zij heeft het rapport opgesteld op basis van de door Agro aangeleverde gegevens. Bovendien heeft Sterk Staaltje geen wederhoor toegepast.
4.9.
Voorts heeft [de V.O.F.] de door Sterk Staaltje ingenomen conclusie weerlegd met het door de deskundige Finqa opgestelde rapport. Agro heeft het rapport van Finqa onvoldoende weersproken. De rechtbank is dan ook van oordeel dat door Agro niet is aangetoond dat [de V.O.F.] onverschuldigde bedragen aan Agro in rekening heeft gebracht zodat dit betoog wordt verworpen.
4.10.
[de V.O.F.] heeft op basis van het rapport van Finqa haar oorspronkelijk gevorderde hoofdsom van € 45.014,11 verminderd tot € 32.841,20. Voor zover de facturen van [de V.O.F.] waarvan zij betaling vordert zien op levering van elektriciteit (nrs. 2240 en 2241) is de verschuldigdheid daarvan niet (voldoende) weersproken door Agro.
4.11.
De slotsom is dat het gevorderde bedrag van € 32.841,20 zal worden toegewezen.
Buitengerechtelijke kosten
4.12.
Nadat [de V.O.F.] oorspronkelijk € 1.482,42 had gevorderd aan buitengerechtelijke kosten, vordert zij na wijziging van eis nu “€ 1.046,41 respectievelijk € 1.103,42”. Bij gebreke van een nadere toelichting hierop is uitsluitend het in overeenstemming met de wettelijke staffel bepaalde bedrag van € 1.103,41 verschuldigd. Het meerdere zal worden afgewezen.
Wettelijke rente
4.13.
De vordering met betrekking tot de wettelijke rente, die Agro niet heeft weersproken, zal worden toegewezen.
Verklaringen voor recht
4.14.
Voor de onder I gevorderde verklaring voor recht heeft [de V.O.F.] geen zelfstandig belang naast de veroordeling tot betaling. Daarom komt deze verklaring voor recht niet voor toewijzing in aanmerking.
4.15.
Met betrekking tot de onder III gevorderde verklaring voor recht wordt het volgende overwogen. Naar aanleiding van het – aan het rapport van Sterk Staaltje ontleende – verweer dat [de V.O.F.] fiscaal gezien geen kosten van energiebelasting en opslag duurzame energie in rekening heeft mogen brengen, heeft [de V.O.F.] haar vordering verminderd. Mocht blijken dat de belastingdienst daar anders over denkt, heeft [de V.O.F.] een verklaring voor recht gevorderd dat Agro deze kosten dient te dragen. Hieruit volgt dat [de V.O.F.] een zelfstandig belang heeft bij deze vordering, waartegen Agro geen verweer heeft gevoerd. Deze vordering zal dus worden toegewezen, waarbij ter verduidelijking wordt toegevoegd dat het gaat om een bedrag van (maximaal) € 9.767,36 (zie blz. 9 van het rapport van Finqa).
Proceskosten
4.16.
Agro zal als de in overwegende mate in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. Deze kosten begroot de rechtbank aan de zijde van [de V.O.F.] op € 5.311,41, namelijk € 2.837 aan griffierecht, € 108,41 aan verschotten en
€ 2.366 aan salaris advocaat (twee punten à € 1.183, volgens tarief IV). De nakosten worden begroot op het bedrag genoemd in het liquidatietarief civiel (per 1 februari 2023: € 173). In geval van betekening worden een extra bedrag aan salaris (per 1 februari 2023: € 90) en de explootkosten van betekening toegekend.
4.17.
De proceskosten en de nakosten die zijn begroot op € 173 dienen te worden betaald binnen veertien dagen nadat dit vonnis is uitgesproken. De nakosten die zijn begroot op € 90 en de explootkosten dienen te worden betaald binnen veertien dagen na de betekening van dit vonnis. Bij gebreke van tijdige betaling is de wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten verschuldigd.
In reconventie
Gevorderde hoofdsommen
4.18.
De vorderingen in reconventie onder I en II vloeien voort uit het verweer van Agro in conventie, welk verweer reeds is verworpen. [de V.O.F.] heeft bij haar vermindering van eis in conventie (gebaseerd op het rapport van Finqa) de bij factuur 2219 van 30 juni 2022 in rekening gebrachte energiebelasting en opslag duurzame energie in mindering gebracht. Finqa heeft immers bij haar nacalculatie van de facturen, inclusief factuur 2219, in totaal
€ 9.676,36 aan energiebelasting en opslag duurzame energie in mindering gebracht. Dit bedrag is zelfs hoger dan het door Sterk Staaltjes berekende bedrag van € 8.809,60. Uit het voorgaande volgt dat vorderingen I en II zullen worden afgewezen.
Schadevordering
4.19.
Met betrekking tot vordering III in reconventie wordt het volgende overwogen. Agro heeft onvoldoende concrete feiten en omstandigheden ten grondslag gelegd aan haar
- door [de V.O.F.] gemotiveerd betwiste – stellingen dat i) de kas te warm is geworden, ii) dat [de V.O.F.] daarvoor verantwoordelijk is en iii) dat de komkommeroogst hierdoor is verminderd. Door Agro is niet aangetoond dat [de V.O.F.] tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst. De in rekening gebrachte hoeveelheden energie (gas, elektra en CO2) zijn door haar aan Agro geleverd. In dit verband merkt de rechtbank nog op dat onaannemelijk is dat Agro niet zelf heeft kunnen bepalen hoe warm het in de kas werd, temeer nu uit de pachtovereenkomst blijkt dat tot het gepachte een Priva klimaatcomputer hoort. De stelling van Agro dat een gedeelte van haar oogst is beschadigd vanwege de enorme toename van de warmte in de kas is overigens op geen enkele wijze nader onderbouwd aan de hand van bewijsstukken. Een schaderapport van een deskundige is door Agro niet in het geding gebracht. Uit het voorgaande volgt dat de aansprakelijkheid van [de V.O.F.] niet is komen vast te staan, zodat vordering III zal worden afgewezen.
Proceskosten
4.20.
Agro zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. Gelet op de samenhang tussen conventie en reconventie begroot de rechtbank de proceskosten aan de zijde van [de V.O.F.] op € 1.183, aan salaris advocaat (één punt à
€ 1.183, volgens tarief IV). De nakosten worden begroot op het bedrag genoemd in het liquidatietarief civiel (per 1 februari 2023: € 173). In geval van betekening worden een extra bedrag aan salaris (per 1 februari 2023: € 90) en de explootkosten van betekening toegekend.
4.21.
De proceskosten en de nakosten die zijn begroot op € 173 dienen te worden betaald binnen veertien dagen nadat dit vonnis is uitgesproken. De nakosten die zijn begroot op € 90 en de explootkosten dienen te worden betaald binnen veertien dagen na de betekening van dit vonnis. Bij gebreke van tijdige betaling is de wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten verschuldigd.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
verklaart voor recht dat als de belastingdienst een naheffing vordert van [de V.O.F.] ten aanzien van de energiebelasting en opslag duurzame energie (ODE), Agro dit bedrag (maximaal € 9.676,36) aan [de V.O.F.] dient te vergoeden, binnen veertien dagen nadat [de V.O.F.] de naheffing heeft voorgelegd aan Agro met verzoek om dat bedrag aan haar te vergoeden;
5.2.
veroordeelt Agro om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te voldoen:
a. a) een bedrag van € 27.141,49, exclusief BTW, zijnde € 32.841,20 inclusief BTW;
b) een bedrag van € 1.103,41 aan buitengerechtelijke kosten;
c) met de wettelijke rente over a) en b) vanaf de dag van verschuldigdheid tot aan de dag van algehele voldoening;
5.3.
veroordeelt Agro in de proceskosten, aan de zijde van [de V.O.F.] vastgesteld op € 5.311,41 aan tot op heden gemaakte kosten, te vermeerderen met de nakosten bedoeld onder 4.16. en te vermeerderen met de wettelijke rente zoals bedoeld onder 4.17.;
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af;
in reconventie
5.6.
wijst het gevorderde af;
5.7.
veroordeelt Agro in de proceskosten, aan de zijde van [de V.O.F.] vastgesteld op
€ 1.183 aan tot op heden gemaakte kosten, te vermeerderen met de nakosten bedoeld onder 4.20. en te vermeerderen met de wettelijke rente zoals bedoeld onder 4.21.;
5.8.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.M.A. van Zaltbommel - Uittenbogaard en in het openbaar uitgesproken op 6 september 2023.