Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.De procedure
- de dagvaarding van 2 november 2022, met de producties 1 tot en met 17;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens houdende eis in reconventie, met de producties 1 tot en met 7;
- de conclusie van antwoord in reconventie, met de producties 18 tot en met 21;
- het tussenvonnis van 8 maart 2023 waarbij een mondelinge behandeling is bevolen;
- de brief van mr. Körver van 8 juni 2022, met productie 8;
2.De feiten
2.10. Bij e-mail van 8 december 2021 heeft Agro aan [de V.O.F.] meegedeeld:
Levering warmte en elektra voor [de B.V.] [adres] ”.
€ 700 betaald);
€ 750,44 aan transportkosten, € 735,44 aan huur gasmeter en € 1.000 aan CO2 ten onrechte door [de V.O.F.] aan Agro in rekening is gebracht. Dit brengt Sterk Staaltjes op een totaalbedrag van € 37.958,73 aan onverschuldigde bedragen.
3.Het geschil
4.De beoordeling
“De vast gelegen hoeveelheid gas is 0,5 m3 per week”. Deze energieovereenkomst is weliswaar niet ondertekend, maar Agro heeft daartegen nooit geprotesteerd en heeft bovendien in april en maart telkens € 700 (excl. BTW) voor de afgenomen CO2 betaald, in overeenstemming met het bepaalde in de energieovereenkomst. Niet in geschil is, dat op basis van 0,5 m3 per week/m2 (0,5 m3 x 12.400 m2 =) 6.200 m3 gas door Agro zou worden gebruikt. Blijkens de facturen 2207, 2210 en 2213 (productie 2 van Agro) heeft Agro in maart en april 2022 minder dan 6.200 m3 per week verbruikt en [de V.O.F.] heeft op basis van dat mindere ook gefactureerd. Toch brengt dit niet zonder meer mee dat partijen geen minimale gasafname zijn overeengekomen, omdat [de V.O.F.] in de facturen waarvan zij nu betaling vordert is uitgegaan van minimaal 2.000 tot 4.000 m3 per week, dus minder dan 6.200 m3. Gelet op wat hiervoor is overwogen heeft Agro onvoldoende gemotiveerd betwist dat partijen een minimale gasafname van 6.200 m3 per week zijn overeengekomen.
€ 2.366 aan salaris advocaat (twee punten à € 1.183, volgens tarief IV). De nakosten worden begroot op het bedrag genoemd in het liquidatietarief civiel (per 1 februari 2023: € 173). In geval van betekening worden een extra bedrag aan salaris (per 1 februari 2023: € 90) en de explootkosten van betekening toegekend.
€ 9.676,36 aan energiebelasting en opslag duurzame energie in mindering gebracht. Dit bedrag is zelfs hoger dan het door Sterk Staaltjes berekende bedrag van € 8.809,60. Uit het voorgaande volgt dat vorderingen I en II zullen worden afgewezen.
€ 1.183, volgens tarief IV). De nakosten worden begroot op het bedrag genoemd in het liquidatietarief civiel (per 1 februari 2023: € 173). In geval van betekening worden een extra bedrag aan salaris (per 1 februari 2023: € 90) en de explootkosten van betekening toegekend.
5.De beslissing
€ 1.183 aan tot op heden gemaakte kosten, te vermeerderen met de nakosten bedoeld onder 4.20. en te vermeerderen met de wettelijke rente zoals bedoeld onder 4.21.;