In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 september 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Servische nationaliteit, had op 28 juli 2023 asiel aangevraagd in Nederland, na eerder in mei 2023 Servië te hebben verlaten. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de asielaanvraag van eiser afgewezen als kennelijk ongegrond, wat eiser heeft bestreden. Tijdens de zitting op 7 september 2023 heeft eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde, zijn situatie toegelicht. Hij heeft aangegeven dat hij problemen ondervindt vanwege een oproep voor militaire dienst en zijn niet-Servische achternaam. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de door eiser gestelde problemen niet voldoende zijn onderbouwd. Eiser heeft geen bewijs geleverd van de oproep voor militaire dienst en zijn argumenten over zijn achternaam zijn niet overtuigend. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat Servië in het algemeen wordt beschouwd als een veilig land van herkomst, wat betekent dat er een rechtsvermoeden bestaat dat vreemdelingen uit dat land geen internationale bescherming nodig hebben. De rechtbank heeft geoordeeld dat de staatssecretaris de asielaanvraag terecht heeft afgewezen en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter A.W. Wassink en is openbaar gemaakt via rechtspraak.nl.