ECLI:NL:RBDHA:2023:1378

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 februari 2023
Publicatiedatum
9 februari 2023
Zaaknummer
NL22.12729
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet-tijdig beslissen op asielaanvraag en proceskostenvergoeding

In deze zaak heeft verzoeker beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, ingediend op 20 oktober 2021. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft niet gereageerd op het verzoek om een verweerschrift in te dienen. Op 26 augustus 2022 heeft de verweerder de asielaanvraag van verzoeker ingewilligd. Hierop heeft verzoeker zijn beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft verweerder de gelegenheid gegeven om te reageren op dit verzoek, maar verweerder heeft van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt. De rechtbank heeft vervolgens op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.

De rechtbank overweegt dat de veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb, en dat als een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener, de rechtbank op verzoek van de indiener het bestuursorgaan kan veroordelen in de proceskosten. Aangezien verweerder de asielaanvraag van verzoeker heeft ingewilligd terwijl het beroep tegen het niet tijdig beslissen nog aanhangig was, is verweerder geheel tegemoetgekomen aan het beroep van verzoeker. De rechtbank heeft het verzoek om proceskostenvergoeding als kennelijk gegrond toegewezen.

De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 418,50, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht, voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Dit bedrag is berekend op basis van een punt voor het indienen van het beroepschrift, met een waarde per punt van € 837, vermenigvuldigd met een wegingsfactor van 0,5, omdat het beroep enkel betrekking had op het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft verweerder veroordeeld tot betaling van dit bedrag aan verzoeker.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.12729

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], verzoeker

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. J. van Veelen-de Hoop),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Verzoeker heeft beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag van 20 oktober 2021.
Verweerder is niet ingegaan op het verzoek om een verweerschrift in te dienen.
Bij besluit van 26 augustus 2022 heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker ingewilligd.
Verzoeker heeft het beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank heeft verweerder in de gelegenheid gesteld te reageren op dat verzoek. Verweerder heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. De veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb en nader uitgewerkt in het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb). Als een beroep wordt ingetrokken, omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, kan de rechtbank op verzoek van de indiener dat bestuursorgaan bij afzonderlijke uitspraak veroordelen in de proceskosten. Dit is geregeld in artikel 8:75a van de Awb.
2. Nu verweerder de asielaanvraag van verzoeker hangende een beroep tegen het niet tijdig beslissen alsnog heeft ingewilligd, is verweerder geheel aan het beroep van verzoeker tegemoetgekomen. Het verzoek wordt als kennelijk gegrond toegewezen.
3. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door verzoeker gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 418,50 bestaande uit een punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 837 en vermenigvuldigd met wegingsfactor 0,5 (licht). De rechtbank is van oordeel dat de wegingsfactor ‘licht’ van toepassing is aangezien het beroep alleen ziet op het niet tijdig nemen van een besluit.

Beslissing

De rechtbank veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 418,50 (vierhonderdachttien euro en vijftig cent).
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van mr. N.F. Kreeftmeijer, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.