Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], verzoekster
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft verzoekster op 18 juli 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op haar asielaanvraag van 18 januari 2023. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft op 20 juli 2023 de asielaanvraag van verzoekster ingewilligd. Verzoekster heeft vervolgens op 24 juli 2023 aangegeven bereid te zijn het beroep in te trekken, mits verweerder de proceskosten vergoedt. Verweerder heeft hierop een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat de veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb, en dat als een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener, de rechtbank op verzoek van de indiener het bestuursorgaan kan veroordelen in de proceskosten.
In dit geval heeft verweerder niet binnen de geldende termijn op de aanvraag van verzoekster beslist en heeft deze aanvraag hangende het beroep tegen het niet-tijdig beslissen ingewilligd. De rechtbank heeft het verzoek van verzoekster als kennelijk gegrond toegewezen en verweerder veroordeeld in de proceskosten, vastgesteld op €418,50 voor de door een derde verleende rechtsbijstand, en het door verzoekster betaalde griffierecht van €184 moet ook vergoed worden. De uitspraak is openbaar gemaakt en verzoekster is geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.