Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], verzoeker
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft verzoeker op 23 mei 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, ingediend op 3 december 2021. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft op 29 juni 2023 de asielaanvraag van verzoeker ingewilligd. Na deze beslissing heeft verzoeker zijn beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten door de verweerder.
De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat de veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb, en dat als een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener, de rechtbank kan besluiten om het bestuursorgaan te veroordelen in de proceskosten.
In dit geval heeft de verweerder niet tijdig beslist op de aanvraag van verzoeker, en heeft deze aanvraag uiteindelijk ingewilligd. De rechtbank heeft het verzoek van verzoeker om vergoeding van de proceskosten als kennelijk gegrond toegewezen. De proceskosten zijn vastgesteld op €418,50 voor de door een derde verleende rechtsbijstand, en daarnaast moet de verweerder het door verzoeker betaalde griffierecht van €184 vergoeden. De rechtbank heeft de wegingsfactor 'licht' toegepast, aangezien het beroep enkel betrekking had op het niet tijdig nemen van een besluit.