Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Inloopteam bestuursrecht
zaaknummer: SGR 22/7651
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres
(gemachtigde: mr. A.C.H. Walkate),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen(hierna: het UWV), verweerder
(gemachtigde: M.A. Brouwer).
Inleiding
Het UWV heeft de aanvraag van eiseres voor een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) afgewezen, omdat zij per 9 december 2021 minder dan 35% arbeidsongeschikt is.
In bezwaar is het UWV bij dit besluit gebleven.
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen deze beslissing op bezwaar (het bestreden besluit) van 27 oktober 2022.
Het UWV heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift en een rapport van de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep (arbeidsdeskundige B&B) van 17 januari 2023.
Met (stilzwijgende) toestemming van partijen is een zitting achterwege gebleven. De rechtbank heeft het onderzoek gesloten.
Wat ging aan deze procedure vooraf
1. Eiseres was werkzaam als pedagogisch medewerkster voor gemiddeld 12,72 uur per week. Op 12 december 2019 heeft zij zich ziekgemeld voor deze werkzaamheden, waarop het UWV eiseres per diezelfde datum een uitkering op grond van de Ziektewet heeft toegekend.
2. Eiseres heeft een aanvraag voor een uitkering op grond van de Wet WIA gedaan. Het UWV heeft na medisch en arbeidskundig onderzoek de besluiten genomen die in de inleiding zijn genoemd.
Wat vindt het UWV
3. Het UWV vindt dat eiseres op 9 december 2021 minder dan 35%, namelijk 24,44%, arbeidsongeschikt is en heeft daarom geweigerd om aan eiseres een WIA-uitkering toe te kennen.
4. Het UWV heeft de medische grondslag van het bestreden besluit gebaseerd op het rapport van een verzekeringsarts bezwaar en beroep (verzekeringsarts B&B) van 13 oktober 2022. De medische belastbaarheid van eiseres is opgenomen in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 13 oktober 2022.
5. Het UWV heeft de arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit gebaseerd op het rapport van een arbeidsdeskundige B&B van 27 oktober 2022.
Wat vindt eiseres
6. Eiseres is het niet eens met het UWV. Zij stelt dat er onvoldoende rekening is gehouden met haar depressieve stoornis. Deze speelt al geruime tijd, waardoor niet goed valt in te zien waarom er een redelijk tot goede verwachting is dat de belastbaarheid zal verbeteren. Ook is onvoldoende rekening gehouden met de beperkingen van het gebruik van haar rechterhand, waarmee ze toenemende pijn en krachtverlies ervaart. Eiseres heeft in beroep nog een brief van haar psycholoog van 8 december 2022 overgelegd.
7. Eiseres stelt dat de geduide functies niet geschikt zijn, omdat zij niet beschikt over de vereiste bekwaamheden. Bij de functie (SBC-code 111180) productiemedewerker industrie wordt als opleidingseis gesteld voltooid basisonderwijs en moet men in staat zijn tot het volgen van een interne opleiding in het Engels. Eiseres beheerst op geen enkel niveau de Engelse taal. De functie (SBC-code 532040) administratief medewerker notaris, advocaat, rechtbank is niet geschikt omdat eiseres niet beschikt over de benodigde administratieve vaardigheden en nauwelijks over computervaardigheden. Ook is niet duidelijk op grond waarvan zij in staat zou zijn tot het volgen van de vereiste opleiding, nu dit andere vaardigheden betreffen dan waarvoor zij is opgeleid of ervaring in heeft.
Wat vindt de rechtbank
8. De vraag is of het UWV terecht stelt dat eiseres geen recht heeft op een WIA-uitkering omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De rechtbank moet die vraag beantwoorden aan de hand van wat eiseres daartegen in heeft gebracht. Belangrijk punt is dat het gaat om de medische toestand van eiseres op 9 december 2021 en de vraag welke beperkingen daaruit volgen.
Medische grondslag van het bestreden besluit
9. De rechtbank is van oordeel dat de verzekeringsarts B&B de medische belastbaarheid van eiseres op 9 december 2021 in het rapport op inhoudelijk overtuigende wijze en zonder tegenstrijdigheden heeft gemotiveerd. De verzekeringsarts B&B heeft het dossier bestudeerd en eiseres gesproken en aanvullend onderzocht bij de hoorzitting. De verzekeringsarts B&B neemt op grond van de informatie van de behandelend psycholoog aan dat er op de datum in geding sprake is van een matige depressie en neemt aanvullende beperkingen aan. De lichamelijke klachten zijn vooral aspecifiek. Vanwege de astma dienen zware fysieke piekinspanningen en zeer stoffige omgevingen vermeden te worden. Voor het overige bestaat er geen aanleiding meer fysieke beperkingen aan te nemen.
10. De rechtbank overweegt dat de door eiseres benoemde klachten, namelijk de depressieve stoornis en de klachten aan de rechterhand, zijn meegewogen door de verzekeringsarts B&B. Ten aanzien van de handklachten heeft de verzekeringsarts B&B aangegeven dat er geen krachtsvermindering of gevoelsstoornissen zijn geconstateerd door de specialist. Voor de gediagnosticeerde depressieve stoornis heeft de verzekeringsarts B&B beperkingen aangenomen. Eiseres heeft geen nieuwe medische informatie ingebracht op grond waarvan de rechtbank aanleiding ziet om te twijfelen aan de vastgestelde medische belastbaarheid. Het UWV heeft er terecht op gewezen dat de in beroep ingebrachte informatie van de psycholoog geen nieuwe medische informatie bevat en dat de verzekeringsarts B&B al een verklaring van deze psycholoog heeft meegewogen.
11. In de verzekeringsgeneeskundige beoordeling kan niet uitsluitend worden afgegaan op hoe eiseres haar klachten zelf ervaart. In de systematiek van de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling zijn niet de ervaren klachten of de diagnose doorslaggevend, maar de mate waarin beperkingen ten aanzien van het verrichten van arbeid als gevolg van die klachten objectief medisch kunnen worden onderbouwd. Zonder afbreuk te willen doen aan de door eiseres ervaren impact van haar klachten op het dagelijks leven, merkt de rechtbank op dat er geen medisch objectieve onderbouwing is voor verdergaande beperkingen op 9 december 2021.
12. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft geoordeeld dat eiseres op 9 december 2021 in staat moet worden geacht arbeid te verrichten als daarbij rekening wordt gehouden met de beperkingen die de verzekeringsarts B&B heeft vastgesteld in de FML van 13 oktober 2022.
Arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit
13. De arbeidsdeskundige B&B heeft op grond van de FML van 13 oktober 2022 vastgesteld dat eiseres niet geschikt is voor haar eigen werk als pedagogisch medewerkster, omdat deze functie haar belastbaarheid overschrijdt. De arbeidsdeskundige B&B heeft vervolgens functies gezocht die eiseres in theorie nog wel kan uitvoeren. Dat heeft drie functies opgeleverd.
Het gaat om:
- ( SBC-code 111180) productiemedewerker industrie;
- ( SBC-code 532040) administratief medewerker notaris, advocaat, rechtbank;
- ( SBC-code 315133) administratief medewerker.
14. De arbeidsdeskundige B&B heeft in haar rapport de knelpunten beoordeeld en voldoende uitgelegd waarom deze functies geschikt zijn voor eiseres. Deze toelichting is voor de rechtbank begrijpelijk. In het aanvullende rapport van 17 januari 2023 heeft de arbeidsdeskundige B&B toegelicht dat de geduide functies ook wat betreft de vereiste vaardigheden passend zijn. In de functie productiemedewerker is niet vereist om de Engelse taal op een bepaald niveau te beheersen. Er wordt gebruik gemaakt van Engelse vakterminologie. Gezien de opleidingen die eiseres heeft gevolgd en de werkervaring acht de arbeidsdeskundige B&B eiseres in staat om een interne praktijkgerichte opleiding met Engelse terminologie te kunnen volgen. De arbeidsdeskundige B&B geeft ten aanzien van de functie administratief medewerker notaris, advocaat, rechtbank aan dat er geen werkervaringseisen zijn gesteld en dat er geen aanleiding is om aan te nemen dat eiseres medisch gezien niet in staat is om een interne opleiding te volgen. De rechtbank vindt deze motivering inzichtelijk en begrijpelijk. De rechtbank vindt dan ook dat het UWV voldoende duidelijk heeft onderbouwd dat eiseres in staat is de functies te vervullen.
15. De arbeidsdeskundige B&B heeft berekend dat eiseres op 9 december 2021 met de middelste van de drie geduide functies 75,56% kan verdienen van het loon dat zij verdiende met haar eigen werk, zodat zij voor de overige 24,44% arbeidsongeschikt is.
Verbetering belastbaarheid
16. De verwachte verbetering van de belastbaarheid is relevant wanneer de duurzaamheid van de beperkingen van belang is. Hiervan is sprake als een belanghebbende volledig arbeidsongeschikt is, omdat deze belanghebbende dan mogelijk recht heeft op een IVA [1] -uitkering. Aangezien eiseres terecht niet volledig arbeidsongeschikt is bevonden, komt geen betekenis toe aan de verwachte verbetering van de belastbaarheid. De rechtbank zal dit dan ook niet verder bespreken.
Conclusie en gevolgen
17. Het UWV heeft terecht geweigerd om eiseres per 9 december 2021 een WIA-uitkering toe te kennen, omdat zij per die datum minder dan 35% arbeidsongeschikt is.
18. Het beroep van eiseres is ongegrond. Dit betekent dat zij geen gelijk krijgt. Omdat eiseres in beroep geen gelijk krijgt, worden de door haar gemaakte proceskosten en het betaalde griffierecht niet vergoed.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 18 september 2023 door mr. A.M.L.E. Ides Peeters, rechter, in aanwezigheid van mr. Y.A.J. van Egmond, griffier.
griffier
rechter
De uitspraak is verzonden op
en zal binnen een week na deze datum openbaar gemaakt worden door publicatie op rechtspraak.nl.
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.