ECLI:NL:RBDHA:2023:14150

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 juli 2023
Publicatiedatum
20 september 2023
Zaaknummer
NL23.3872
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvraag van een Sierra Leoonse vrouw en de afwijzing door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 juli 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een vrouw van Sierra Leoonse nationaliteit. De eiseres had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, die door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verweerder onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de claim van eiseres dat zij niet besneden is en dat zij een risico loopt op een behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM of artikel 4 van het Handvest bij terugkeer naar Sierra Leone. De rechtbank heeft het beroep van eiseres gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd, met de opdracht aan de verweerder om binnen twaalf weken een nieuw besluit te nemen, waarbij een (medisch) onderzoek moet worden uitgevoerd. De rechtbank heeft ook de proceskosten van eiseres vastgesteld op € 1.674,00.

De eiseres heeft verklaard dat zij Sierra Leone heeft verlaten omdat zij als dochter van de leidster van het geheime Bondo-genootschap besneden moest worden. Tijdens de ceremonie is zij echter naar huis gestuurd en is zij met haar oom naar Guinee vertrokken. De verweerder heeft de verklaringen van eiseres over haar asielrelaas als ongeloofwaardig bestempeld, met name de claim dat zij niet besneden is. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de verklaringen van de huisarts niet voldoende zijn om te concluderen dat eiseres wel besneden is, en dat er twijfels blijven bestaan over haar status.

De rechtbank heeft benadrukt dat de verweerder niet zonder nader onderzoek de aanvraag van eiseres kan afwijzen, gezien de risico's die zij loopt bij terugkeer naar Sierra Leone. De uitspraak is openbaar gemaakt op 4 juli 2023 en biedt een belangrijke precedent voor toekomstige asielzaken met betrekking tot vrouwelijke genitale verminking.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.3872
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , eiseres V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. J.A. Pieters),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: M. Hamzaoui).

Procesverloop

Bij besluit van 16 januari 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen als ongegrond.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 14 juni 2023 op zitting behandeld. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen R. Shaw. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Asielrelaas
1. Eiseres stelt van Sierra Leoonse nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [geboortedatum] 1998.
2. Eiseres heeft aan haar asielaanvraag ten grondslag gelegd dat zij Sierra Leone heeft verlaten omdat zij als dochter van de leidster van het geheime Bondo genootschap besneden moest worden om haar moeder te kunnen opvolgen. Tijdens de besnijdenisceremonie moest eiseres naar huis. Zij is daarna met haar oom naar Guinee vertrokken. In Guinee gingen de leidsters van het genootschap naar eiseres op zoek. Eiseres is niet besneden en kan daarom niet terug naar Sierra Leone.
3. Het asielrelaas van eiseres bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
identiteit, nationaliteit en herkomst;
eiseres is een niet-besneden vrouw;
ontsnapping aan besnijdenisceremonie van het geheime Bondo-genootschap.
Verweerder heeft zich hierover op het standpunt gesteld dat het eerste relevante element geloofwaardig wordt geacht.
Het tweede relevante element, dat eiseres een niet besneden vrouw zou zijn, acht verweerder ongeloofwaardig. Uit openbare bronnen blijkt dat zo’n 83 procent van de vrouwen in Sierra Leone is besneden. Het is aan eiseres om aannemelijk te maken dat zij daar een uitzondering op vormt. Volgens verweerder is dat eiseres met haar verklaringen niet gelukt. Uit de verklaring van de huisarts die eiseres bij haar zienswijze heeft overgelegd volgt niet dat eiseres niet besneden is. Dat er geen duidelijke tekenen zijn vastgesteld van besnijdenis maakt niet zonder meer dat eiseres niet besneden is. In de verklaring van de huisarts staat dat eiseres zelf heeft aangegeven dat zij volgens haar op hele jonge leeftijd is besneden, maar dat zij dit niet zeker weet. Dit strookt niet met de verklaring van eiseres in het nader gehoor dat zij niet besneden is. Deze wisselende verklaringen doen afbreuk aan de geloofwaardigheid van de verklaringen.
Het derde relevante element acht verweerder ook ongeloofwaardig. Hierover heeft verweerder als volgt overwogen. Eiseres heeft summier verklaard over de positie van haar moeder, terwijl haar moeder een belangrijke rol als leidster in de Bondo-gemeenschap zou vervullen. De verklaringen die eiseres geeft over de Bondo-genootschap zijn te algemeen voor de conclusie dat eiseres de dochter van een leidster van het genootschap is en persoonlijk problemen met hen had. Niet valt in te zien dat eiseres nooit met haar moeder heeft gepraat over het innemen van de plek van de moeder binnen de gemeenschap door de oudste dochter. Ook de verklaringen over de ceremonie zijn summier. Volgens verweerder valt niet in te zien dat de moeder van eiseres niet wilde dat eiseres besneden werd. Dit rijmt volgens verweerder niet met de verklaring dat eiseres wel was meegenomen naar de ceremonie. Verder volgt verweerder niet dat de andere leidsters eiseres in Guinee hebben gezien. Alleen haar oom zou hen hebben gezien.
Verweerder concludeert daarom dat de asielaanvraag wordt afgewezen als ongegrond.
Gronden beroep
3.1.
Eiseres voert aan dat zij wel aannemelijk heeft gemaakt dat zij een onbesneden vrouw is. Er zijn geen duidelijke tekenen dat zij wél besneden is, daarom zal zij in Sierra Leone worden beschouwd als een onbesneden vrouw. Zij zal een reëel risico lopen op een onmenselijke behandeling in de zin van artikel 4 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Dat in de verklaring bij de huisarts staat vermeld dat zij is besneden, berust op een misverstand. Dit heeft zij niet verklaard. Het is aan verweerder om het tegendeel aannemelijk te maken gelet op de samenwerkingsverplichting die voortvloeit uit de Kwalificatierichtlijn. Verweerder zou bijvoorbeeld een nader medisch onderzoek kunnen doen. Als al uitgegaan kan worden dat eiseres besneden zou zijn, zou het gaan om type 1. Type 1 besnijdenis komt alleen voor bij 1 % van de vrouwen in Sierra Leone. Dit volgt uit het rapport over Vrouwelijke genitale verminking in Sierra Leone van oktober 2022 (FGM
rapport).1 Nu dat niet de gangbare manier van besnijdenis is in Sierra Leone, zal eiseres alsnog als onbesneden vrouw worden beschouwd en loopt zij gevaar.
3.2.
Verder voert eiseres aan dat de summiere verklaringen die zij heeft afgelegd over de positie van haar moeder geen reden is om haar verklaringen ongeloofwaardig te achten. Niet valt in te zien dat eiseres nadere informatie over de positie van haar moeder zou hebben. De activiteiten van een Bondo-leider vinden per definitie in een geheime sfeer plaats en de Bondo-leider wordt niet geacht deze informatie met haar kinderen te delen.
3.3.
Tot slot voert eiseres aan dat zij slachtoffer is van verkrachting, waardoor zij ernstig getraumatiseerd is. Zij heeft hiervoor specialistische behandeling ondergaan in een gesloten setting van Sier. Dit zijn humanitaire redenen voor het verlenen van een vergunning op grond van artikel 14, eerste lid, aanhef en onder e, van de Vreemdelingenwet, juncto artikel 3.6a, eerste lid, juncto artikel 3.6ba, eerste lid, van het Vreemdelingenbesluit.
Besnijdenis/genitale verminking
4. Volgens het landgebonden asielbeleid dat betrekking heeft op Sierra Leone neemt verweerder bij vrouwen die aannemelijk maken dat zij te vrezen hebben voor genitale verminking aan dat het niet mogelijk is de bescherming van de autoriteiten of internationale organisaties te verkrijgen. De vraag of eiseres een niet-besneden vrouw is, is in dit verband relevant.
5. De vraag die de rechtbank moet beantwoorden is of verweerder niet ten onrechte ongeloofwaardig heeft geacht dat eiseres niet-besneden is. Volgens verweerder heeft zij met de verklaring van de huisarts niet aannemelijk gemaakt dat zij niet-besneden is en zijn haar verklaringen hierover summier en tegenstrijdig.
6. In de verklaring van de huisarts van 6 juli 2022 die eiseres heeft overgelegd, staat het volgende:
“(…) Komt samen met haar begeleider, volgens haar wil haar advocaat weten of ze
besneden is. Volgens haar is dat op heel jonge leeftijd gebeurd. Ze kan het niet precies zeggen maar denkt dat het gebeurd is.
Normale genitalia externa, normale labia minor en major. Perputium clitoridis lijkt intact te zijn. Bij clitoris zelf zie ik geen littekens maar de clitoris klier is niet te voelen (dit is misschien verwijderd).
Misschien graad I besnijdenis. (PartieleClitoridectomie). (…)”
Uit het FGM rapport dat eiseres heeft overgelegd volgt dat de World Health Organization (WHO) vier types vrouwelijke genitale verminkingen onderscheidt. Onder type 1 valt: “gedeeltelijke of totale verwijdering van de clitoris en/of de voorhuid (clitoridectomie)”.2
8. Dat eiseres wel of niet-besneden is, kan de rechtbank op basis van de verklaring van de huisarts niet vaststellen. De huisarts geeft aan dat er misschien sprake is van een type 1 besnijdenis, maar weet dit niet zeker. Uit de in het FGM rapport opgenomen informatie van
1. Sierra Leone: Female Genital Mutilation (FGM) / Vrouwelijke genitale verminking”, Ministerie van Justitie en Veiligheid, Immigratie- en Naturalisatiedienst, Team Onderzoek en Expertise land en Taal (TOELT), oktober 2022 (FGM rapport).
2 Zie pagina 13 van het FGM rapport, bron: WHO, Female genital mutilation, key facts van 3 februari
2020.
DHS/MICS-onderzoeken over type besnijdenissen, kan worden opgemaakt dat in Sierra Leone onder alle leeftijdsgroepen type 1 besnijdenissen een weinig voorkomende vorm van besnijdenis is3. Dat het een weinig voorkomende vorm van besnijdenis is, betekent nog niet dat het niet voorkomt. Daarbij merkt de rechtbank op dat in het rapport ook wordt aangegeven dat voorzichtig omgegaan moet worden met cijfers en percentages over de soorten besnijdenissen die ondervraagde vrouwen zeggen te hebben ondergaan4. De rechtbank stelt vast dat eiseres op basis van voren vermelde gegevens weliswaar niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij niet besneden is, maar wel dat hieraan kan worden getwijfeld. De verklaring die eiseres bij de huisarts heeft afgelegd, neemt deze twijfel niet geheel weg. Eiseres denkt dat zij is besneden, maar zij kan het niet precies zeggen. Dit laat de mogelijkheid open dat zij niet besneden is conform haar verklaringen in het nader gehoor. Bij deze stand van zaken kan verweerder gelet op het gehanteerde beleid ten aanzien van genitale verminking en de vraag of eiseres een reëel risico loopt op een met artikel 3 van het Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM) en artikel 4 van het Handvest strijdige behandeling niet zonder nader onderzoek de aanvraag van eiseres afwijzen. Het beroep is in zoverre gegrond.
Verklaringen
8. Tussen partijen is niet in geschil dat de verklaringen die eiseres heeft afgelegd over haar asielrelaas summier zijn. Verweerder heeft zich hierover op het standpunt kunnen stellen dat de verklaringen die eiseres heeft afgelegd afbreuk doen aan de geloofwaardigheid van het asielrelaas van eiseres. Eiseres heeft voor de summiere verklaringen verschillende oorzaken genoemd, bijvoorbeeld dat de activiteiten van de Bondo-leider in een geheime sfeer plaatsvinden waardoor een Bondo-leider niet wordt geacht informatie met haar kinderen te delen. Ook heeft eiseres groepsdruk genoemd als reden dat de moeder van eiseres haar wel heeft meegenomen naar de ceremonie voor de besnijdenis. Eiseres heeft de gestelde oorzaken en genoemde reden niet voorzien van een nadere onderbouwing en mede daarom heeft verweerder niet ten onrechte hierin geen aanleiding gezien om de ontsnapping aan besnijdenisceremonie van het geheime Bondo-genootschap wel geloofwaardig te achten. Verweerder heeft in het besluit bijvoorbeeld opgemerkt dat eiseres tot haar vertrek bij haar moeder heeft gewoond en dat het in de lijn der verwachting ligt dat zij een en ander over de positie van haar moeder heeft meegekregen of met haar moeder heeft besproken en dat zij hierover kan verklaren. Eiseres heeft onvoldoende uitgelegd waarom deze verwachting niet zou kloppen. Het enkel noemen van groepsdruk zonder nadere onderbouwing heeft verweerder ook onvoldoende mogen vinden als verklaring voor de wijze waarop haar moeder in haar positie ten aanzien van eiseres is omgegaan met de besnijdenisceremonie en het verloop daarvan. De beroepsgrond slaagt op dit punt niet. Verweerder heeft niet ten onrechte de ontsnapping aan besnijdenisceremonie van het geheime Bondo-genootschap ongeloofwaardig mogen vinden.
De ongeloofwaardigheid van voornoemde door eiseres afgelegde verklaringen, betekent niet dat ook ongeloofwaardig is dat eiseres niet is besneden. Het gaat hier om twee elementen die mede gelet op het gehanteerde beleid niet alleen in samenhang maar ook los van elkaar beoordeeld kunnen en dienen te worden.
Humanitaire gronden
3 Zie de bronnen opgenomen op pagina 18 van het FGM rapport .
4 Ook pagina 18 van FGM rapport.
9. Ten aanzien van het beroep van eiseres op humanitaire gronden heeft verweerder niet ten onrechte geoordeeld dat eiseres niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning op humanitaire gronden5. De rechtbank kan het in het verweerschrift neergelegde standpunt volgen dat in dit geval geen sprake is van een eerste aanvraag waarin ambtshalve aan een schrijnende situatie wordt getoetst6. In het besluit heeft verweerder de door eiseres naar voren gebrachte omstandigheden echter wel getoetst en onvoldoende bevonden om een vergunning te verlenen waarbij toepassing is gegeven aan IB 2019/817. Er is volgens verweerder geen sprake van een samenstel van omstandigheden die moeten leiden tot een schrijnende, onvoorziene, individuele situatie. In beroep heeft eiseres zich op het standpunt gesteld dat hiervan wel sprake is, maar legt dit verder niet nader uit. In het aangevoerde ziet de rechtbank geen aanleiding voor het oordeel dat verweerder geen juiste toepassing heeft gegeven aan zijn beleid. Eiseres heeft enkel gewezen op dezelfde omstandigheden die verweerder ook bij het bestreden besluit heeft betrokken.
Conclusie
10. De rechtbank komt tot de conclusie dat het besluit in strijd is met artikel 3:2 van de Awb. Het beroep is daarom gegrond en de rechtbank vernietigt het bestreden besluit. Verweerder zal een nieuw besluit moeten nemen met inachtneming van deze uitspraak. De rechtbank stelt hiervoor een termijn van twaalf weken zodat verweerder voldoende tijd heeft om een (medisch) onderzoek te laten uitvoeren. Ter zitting heeft eiseres hiervoor toestemming gegeven.
Proceskostenveroordeling
11. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiseres gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.674,00 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 837,- en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt het bestreden besluit;
draagt verweerder op binnen twaalf weken na de dag van verzending van deze uitspraak te nemen op de met inachtneming van deze uitspraak;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.674,00.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, rechter, in aanwezigheid van mr. A. Wilpstra
- Foppen, griffier.
5 Artikel 3.6ba, eerste lid, van het Vreemdelingenbesluit.
6 Paragraaf 3.2. van IB 2019/81
7 Paragraaf 3.4. van IB 2019/81
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
04 juli 2023

Documentcode: [documentcode]

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen vier weken na de dag van bekendmaking.